Renaud (Achilles), een verdienstelijk regtsgeleerde, gesproten uit een adellijk geslacht, hetwelk ten tijde der opheffing van het Edict van Nantes uit het zuiden van Frankrijk naar Zwitserland vertrok, aanschouwde het levenslicht op den 14den Augustus 1820 te Lausanne, bezocht het gymnasium te Bern en studeerde aldaar en vervolgens te Heidelberg en te Berlijn in de regten. Na zijne promotie begaf hij zich eerst naar Parijs en vestigde zich toen als privaatdocent te Bern. Hier werd hij in 1845 buitengewoon hoogleeraar en vertrok in dezelfde betrekking in 1848 naar Gieszen en in 1852 naar Heidelberg.
Hier werd hij in 1866 geheim Hofraad, in 1867 geheimraad en na den dood van Mittermaier gewoon hoogleeraar. Van zijne geschriften vermelden wij: „Lehrbuch des gemeinen deutschen Wechselrechts (1854; 3de druk 1868)”, — „Das Recht der Actiengesellschaften (1863; 2de druk 1875)”, — „Lehrbuch des gemeinen deutschen Civilproceszrechts (1867; 2de druk 1873)”, — „Theorie der Reallasten (1846)”, — „Beiträge zur Staatsund Rechtsgeschichte der schweizerischen Kantone (1847)”, — en „Lehrbuch des gemeinen deutschen Privatrechts (1848)”.