Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Reddingboot

betekenis & definitie

Reddingboot is de naam van een vaartuig, hetwelk bestemd is tot redding van schepelingen, die in gevaar verkeeren. De hoofdvereischten daarvan zijn: dat het in de branding niet omsla, — dat het, door eene stortzee vol water geloopen, niet zinke, — dat het niet te diep ga, — dat het groot genoeg zij, om behalve de bemanning een aantal personen te bergen, — dat het gemakkelijk en snel langs de kust kunne vervoerd worden, — en dat men het gemakkelijk in zee kunne brengen. Eene uitstekende reddingboot werd ontworpen door Willem van Houten, in 1825 secretaris der Noord- en Zuidhollandsche reddingmaatschappij. Zij houdt het midden tusschen de Noordsche jol en de Groenlandsche sloep, en is op de vóórboegen iets voller dan op de achterboegen.

De bemanning bestaat uit zes roeijers en een stuurman, die met een riem stuurt. De afmetingen zijn: lang over steven 8,3 op de grootste breedte 2,4, hol 1 Ned. el. De bodem is vlak, en 0,18 Ned. el boven dezen ligt eene waterdigte buikdelling, waardoor men eene luchtkast verkrijgt, die het zinken bij het volloopen met water verhindert. Veelal is de ruimte tusschen den bodem en de delling opgevuld met kurk. Bovendien zijn onder de roeidoften en tusschen deze tegen boord zinken luchtkasten, met hout beschoten. Tusschen de doften zijn gaten geboord, die met proppen gesloten zijn, door wier verwijdering men het overgestorte water kan lozen. Zulk eene boot is voorzien van mast en zeil, van een ligt werpanker en eene dreg met de noodige lijnen. Voorts is het geheele vaartuig in eene loods op een wagen geplaatst, zoodat het met paarden naar het meest geschikte punt van het strand kan worden getrokken.

Onder de reddingbooten vermelden wij voorts de Greatheadsche of Borquetsche, die niet kan zinken en ook niet omslaan. Zij heeft eene elliptische gedaante, is met 10 roeijers bemand en kan 30 man aan boord nemen, zelfs als zij vol water is. Zij is van mandewerk vervaardigd en dus zeer ligt en kan wegens hare veerkrachtigheid een stoot tegen harde voorwerpen verdragen. — De reddingboot van Lionel Lukin heeft zeilen in plaats van riemen en kan ook niet zinken of omslaan, terwijl die van Thomas Ritzler over het ijs als eene slede wordt vervoerd en op het water drijft. — De koperen boot met lantaarns, het zwemmende licht genaamd, dient tot redding van over boord gevallen personen en is uitgevonden door William Shipley. — In Engeland zijn vooral de booten van James Peake (1852) in zwang.

Andere reddingtoestellen zijn de mortieren en raketten (vuurpijlen), waarmede men eene dunne lijn over het strandend schip zoekt te werpen, welke op hare beurt dient om van den wal een kabel aan boord te halen, die, met het uiteinde hoog aan den mast bevestigd, tot brug dient, waarlangs men eene mand laat glijden, waarin de schepelingen één voor één het vaartuig kunnen verlaten.

Het vergaan van schepen op de kust, waarbij de opvarenden omkwamen, terwijl men door geschikte middelen hun leven had kunnen redden, gaf aanleiding tot het ontstaan van reddingmaatschappijen. De eerste werd opgerigt in Engeland in 1789 en in 1840 opnieuw georganiseerd onder den naam: „Royal national institution for the preservation of life from shipwreck”, — in Frankrijk ontstond in 1866 de „Société centrale de sauvetage des naufragés”, — en in Duitschland in 1865 het „Gesellschaft zur Rettung Schiffbrüchiger'’. In ons Vaderland heeft de Noord- en ZuidHollandsche Reddingmaatschappij reeds sedert eene reeks van jaren hare stations op talrijke plaatsen onzer kust.

< >