Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Reddingius

betekenis & definitie

Reddingius (Gerard Benthem), een verdienstelijk Nederlandsch godgeleerde, geboren den 20sten Junij 1774, studeerde te Franeker, waar hij de zeer geprezene dissertatie schreef: „De Psalmis bis editis (1795)”, en werd achtervolgens predikant te Minnertsga, Schildwolde, Waardenburg en Neerrijnen en Assen waar hij den 27sten October 1844 overleed. De Harderwijksche académie schonk hem in 1809 eershalve het doctoraat. Het Haagsch Genootschap tot verdediging van de Christelijke godsdienst heeft twee zijner verhandelingen bekroond , ééne „Over het laatste Oordeel (1804)” en ééne over de „Christelijke geloofs- en zedeleer volgens het evangelie van Johannes(1822)”. Voorts schreef hij: „Over den Heidelbergschen Catechismus (1805, 3 dln)”, — „Uitlegkundig handboek des Nieuwen Testaments voor ongeleerden (1807)”, met „Ophelderingen 1808)”, —„Gedachten over het leeraarsambt (1809)”, —„Christelijke godgeleerdheid voor lidmaten, ter herinnering aan het geleerde (1819)”, — „De Handelingen der Apostelen, als bouwstof voor homiliën en Bijbeloefeningen (1828, 2 dln)”, — en drie „Twaalftallen leerredenen (1823 en 1829)”.

< >