Branding aan de zeekust of op ondiepten wordt veroorzaakt in het eerste geval doordien de golven op het strand worden teruggeworpen en tegen de achteraankomende golf inloopen, zoodat zij met elkander in botsing komen en zich schuimend verheffen, en in het tweede geval doordien de loop der golf op de ondiepte vertraagd en alzoo de golf door de achter haar aanrollende golf ingehaald wordt. Men heeft dus branding op rotsachtige oevers en vlakke stranden en zij is er voor den zeeman zeer gevaarlijk. Het is uit het gezegde duidelijk, dat diepe riviermonden geene branding hebben.
Op het vlakke strand aanschouwt men in de verte de branding in de gedaante van eene met schuim bedekte lijn, waar de golven zich ter hoogte van onderscheidene Ned. ellen verheffen. Veelal maakt zij er het landen onmogelijk, vooral bij storm, en zij ontrooft aan de schipbreukelingen menigmaal de laatste hoop, om den wal te bereiken, daar zij de zwakke boot tot haar speelbal maakt en onder hare wateren begraaft.