Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Raczynski

betekenis & definitie

Raczynski is de naam van een adellijk Poolsch geslacht. Van de leden noemen wij:

Casimir, graaf Raczynski, grootmaarschalk en generaal van Groot-Polen. Hij verzamelde den „Codex diplomaticus Majoris Poloniae”, door zijn kleinzoon Edward in het licht gegeven, en overleed in 1824.

Edward Raczynski, een kleinzoon van den voorgaande. Hij werd geboren te Posen in 1786, studeerde te Frankfort aan de Oder in de letteren en natuurkunde, schaarde zich in 1807 in de Poolsche gelederen en nam als kapitein deel aan de oorlogen van 1807 en 1809. In 1812 werd hij door het district Posen afgevaardigd naar den Rijksdag, door Frederik Augustus ter herstelling der onafhankelijkheid van Polen te Warschau bijeengeroepen, maar door het uitbarsten van den oorlog eerlang ontbonden. Nadat Raczynski Zweden en Lapland bezocht had, ondernam hij in 1814 eene groote reis naar Turkije en Klein-Azië, waarvan hij eene beschrijving leverde en bepaalde zich na dien tijd bij letterkundigen arbeid. Hij schreef: „Brieven van koning Johan Sobiëski aan zijne gemalin gedurende den veldtogt vóór Weenen”, — „Gedenkwaardigheden uit de regéring van koning Stéphanus Bathori”, — „Gedenkschriften van Passek”, — „Gedenkschriften van prins Albert Radziwill”, — „Codex diplomaticus van Groot-Polen”, — het prachtwerk: „Gabinet medalow polskich (4 dln)”, — en zijne „Herinneringen aan Groot-Polen (met een prachtigen atlas)”. Vele instellingen van weldadigheid vonden in hem een ijverig voorstander, en ten behoeve van den dom te Posen deed hij de standbeelden der koningen Miecyzslaus en Boleslaus Chrobry door Bauch vervaardigen. Zijne belangrijke boekerij, 20000 deelen tellende, gaf hij met een groot gebouw aan de stad Posen ten geschenke. Op zijn kasteel Rogalin bij Posen bragt hij voorts eene merkwaardige verzameling van oude wapens bijeen, doch maakte er in eene vlaag van zwaarmoedigheid den 20sten Januarij 1845 met een pistoolschot een einde aan zijn leven.

Athanasius, graaf Raczynski, een broeder van den voorgaande. Hij werd geboren den 2den Mei 1788, trad in Pruissische staatsdienst, werd in 1831 gezant te Kopenhagen, in 1840 geheim legatieraad, vervolgens gezant te Lissabon, daarna tot 1850 te Madrid, en woonde na dien tijd te Berlijn, waar hij den 21sten Augustus 1874 overleed. Op zijne veelvuldige reizen in Duitschland, Frankrijk en Zwitserland bragt hij eene kostbare verzameling van schilderijen bijeen, welke hij te Berlijn toegankelijk stelde voor het publiek. Hij schreef: „Histoire de l’art moderne en Allemagne (1836—1842, 3 dln)”, — en „Les arts en Portugal (1846)”.