Groot-Polen noemde men de noordoostelijke, in het algemeen zeer vruchtbare vlakte van het Poolsche rijk; het was oorspronkelijk een kroonland van dit laatste en stond onder het gezag der hertogen van Polen. Het omvatte de woiwodeschappen Posen, Gnesen, Kalisch, Siedradz, Lenczic en het landschap Wieloen, doch later rekende men daartoe nog meer gewesten, zelfs het hertogdom Pruissen met Ermeland enz. Daarentegen omvat Klein-Polen de meer zuidelijk gelegene gewesten, zooals de woiwodeschappen Krakau, Sendomir en Lublin, enz.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
