Pyramus en Thisbé vormden, volgens de „Metamorphosen” van Ovidius, een minnend paar te Babylon, dat zich door de vijandschap der ouders in zijne teederste neigingen gedwarsboomd zag.
Bij eene nachtelijke zamenkomst onder een moerbeziënboom vóór de stad was Thisbé de eerste, doch daar zij een leeuw in de nabijheid ontwaarde, nam zij de vlugt en verloor daarbij haren sluijer. Toen Pyramus dien vond, dacht hij, dat zijne beminde door het wilde dier verscheurd was, zoodat hij zich om het leven bragt onder den moerbeziënboom, wiens vruchten na dien tijd eene roode kleur hebben. Ook Thisbé doodde daarop zich zelve. Shakspere heeft van die sage een eigenaardig gebruik gemaakt in zijn „Zomernachtsdroom”.