Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Pyramide

betekenis & definitie

De Pyramide is in de geometrie een ligchaam, hetwelk een willekeurigen veelhoek tot grondvlak heeft en voor ’t overige omsloten is door zoovele met de toppen zamenvallende driehoeken als het grondvlak zijden bezit. Eene loodlijn van den top der pyramide naar het grondvlak is hare hoogte.

Eene pyramide, wier vlakken overeenkomstige, gelijkzijdige driehoeken zijn, is een tetraëder. Op elk vlak, evenwijdig aan het grondvlak door de pyramide gelegd, ziet men eene figuur, aan het grondvlak gelijkvormig. Beider inhoud is evenredig aan de vierkanten van hunne afstanden van den top. De inhoud eener pyramide is gelijk aan het grondvlak, vermenigvuldigd met een derde van de hoogte. Wordt een stuk van de pyramide door een vlak, evenwijdig aan het grondvlak, afgesneden, dan is de inhoud der afgeknotte pyramide = h/3(G + g + √Gg).

Men geeft den naam van pyramide ook aan bouwgewrochten, die den boven aangewezen grondvorm hebben. Het meest bekend zijn die van het oude Egypte, de graven der Pharao’s. Zij verheffen zich aan de helling der Lybische woestijn ten westen van de Nijl over een gewest ter lengte van 30 Ned. mijl. Het begint ten noorden bij Aboe Roasj, tegenover Caïro. Dan volgen de meest vermaarde, die van Gizeh, van Zaoeïet el Arrian, Riga, Aboesir, Saccara, Dahsjoer en verder zuidwaarts nog eenige andere. Hare inrigting is dezelfde, maar in grootte en bouwstof zijn zij zeer verschillend.

Bij sommige zijn de afmetingen middelmatig, bij andere reusachtig groot, — bij sommige zijn de steenen slechts ruwe blokken, bij andere zorgvuldig bewerkt. Vermoedelijk is men steeds met kleine afmetingen begonnen en heeft men er, naar gelang der omstandigheden, telkens nieuwe mantels of lagen omheen gelegd. Vandaar is het verschil van bouwstof en bewerking ontstaan, dat men wel eens bij dezelfde pyramide opmerkt, — ja, somtijds is deze van binnen van gehouwen en van buiten van gebakken steen. De buitenste bekleeding bestaat meestal van gepolijste granietblokken.

Op den bodem der pyramide, vaak in de rots uitgehouwen, bevindt zich de grafkelder, waarin de sarcophaag met het lijk des Konings werd geplaatst. Een smalle gang leidt van den buitenmuur derwaarts. Was het lijk bijgezet, dan werd de grafkelder door eene zware valdeur gesloten, de gang met steenklompen opgevuld en de toegang aan de buitenzijde door de bekleeding onkenbaar gemaakt. Niettemin zijn de grafkamers der pyramiden meerendeels door de Arabieren geplunderd.

De oudste pyramide vindt men onder die van Dahsjoer. De beide grootste van deze zijn vermoedelijk afkomstig uit den tijd van het derde Egyptische Koningshuis. Tot dat van het vierde behooren de pyramiden van Gizeh, die, reeds in ouden tijd tot de wonderen der wereld gerekend, ook thans nog den bezoeker met verbazing vervullen. De grootste van deze, die van Cheops, heeft aan de basis lijnen ter lengte van 240 Ned. el en eene hoogte van 151 Ned. el. Ook van binnen is zij zeer merkwaardig, daar zij op verschillende hoogten 3 grafkamers bevat. De middenste van deze is met gepolijst graniet bekleed, en alle drie zijn door gangen met elkander verbonden.

Eene andere pyramide, die van Chephren schijnt nog ouder te wezen, doch is iets minder breed en hoog. De derde pyramide, die van Mycerinus, is veel kleiner, doch in hare grafkamer vond men nog de sarcophaag des Konings; zij werd echter bij het overbrengen naar Engeland aan de Spaansche kust door de zee verslonden. De jongste Egyptische pyramiden schijnen die van Saccara te wezen; de grootste van deze, met 6 trappen, ieder van 10 Ned. el, is bewaard gebleven en bekend onder den naam van Trappyramide.

Naar het voorbeeld der Egyptenaren werden later door de Romeinen en andere volkeren ook praalgraven in den vorm van pyramiden gebouwd. Thans heeft men te Rome nog zulk een praalgraf van Cajus Cestius. In den jongsten tijd heeft prins Pückler Muskau in het park te Muskau en in het midden van een meer zulk eene pyramide doen verrijzen. Kleine pyramiden zijn in kerken en op kerkhoven geene zeldzaamheid.

< >