Puchta. Onder dezen naam vermelden wij:
Wolfgang Heinrich Puchta, een verdienstelijk regtsgeleerde. Hij werd geboren den 3den Augustus 1769 te Mahrendorf bij Erlangen, studeerde in deze stad, vestigde zich als advocaat te Ansbach en werd vervolgens door de Pruissische regering tot criminaalraad en in 1797 tot justitieraad bevorderd. Toen Ansbach bij Beijeren werd gevoegd, zag hij zich als landregter naar Cadolzburg verplaatst, werd in 1811 directeur van het landgeregt te Erlangen, en overleed aldaar den 6den Maart 1845. Hij schreef: „Ueber die Grenzen des Richteramts in bürgerlichen Rechtssachen (1819)”, — „Handbuch des gerichtlichen Verfahrens in Sachen der freiwilligen Gerichtsbarkeit (1821, 2 dln; 2de druk 1831—1832)”, — „Beiträge zur Gesetzgebung und Praxis des bürgerlichen Rechtsverfahrens (1822—1827, 2 dln)”, — „Ueber die gerichtlichen Klagen (1833; 2de druk 1840)”, — „Das Proceszleitungsamt des deutschen Civilrichters (1836)”, — „Ueber die rechtliche Natur des bäuerlichen Gutsabtretung (1837)”, — „Der Inquisitionsprocesz (1844)”, — en „Erinnerungen aus den Leben und Werken eines alten Beamten (1842)”. .
Georg Friedrich Puchta, een uitstekend regtsgeleerde en een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren den 31sten Augustus 1789 te Cadolzburg, studeerde te Erlangen, vestigde er zich in 1820 als privaatdocent, werd er in 1823 tot buitengewoon hoogleeraar benoemd, vertrok in 1828 als gewoon hoogleeraar naar München en werd achtervolgens professor te Marburg, Leipzig en Berlijn (1842). In 1845 werd hij lid van den Staatsraad, en overleed den 8sten Januarij 1846. Van zijne belangrijkste geschriften vermelden wij: „Civilistische Abhandlungen (1823)”, — „Das Gewohnheitsrecht (1828—1837, 2 dln)”, — „Lehrbuch der Pandekten (1838, 12de druk 1877)”, — „Einleitung in das Recht der Kirche (1840)”, — „Kursus der Institutionen (1841—1847, 3 dln; 8ste druk 1875, 2 dln)”, — „Vorlesungen über das heutige römische Recht (1847—1848; 6de druk (1873—1874)”, — en „Kleine civilistische Schriften (1851)”.
