Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Populier

betekenis & definitie

Populier (Populus) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Salicineën. Het onderscheidt zich door de diep ingesneden schubben der katjes en door een scheef-bekervormig bloemdek. Er zijn 8—30 meeldraden; het vruchtbeginsel is ongesteeld, de stempel 2-lobbig en de zaaddoos éénhokkig, openspringende met 2 kleppen, die de zaadlijsten op haar midden dragen. De zaden zijn talrijk, zeer klein en van eene haarkuif voorzien.

De populieren groeijen in den vochtigen grond zeer snel, maar het hout is week en heeft als brand- en timmerhout weinig waarde. Veelal dient het tot vervaardiging van klompen. De merkwaardigste soorten zijn: de zwarte populier (P. nigra), zeer algemeen op de Hollandsche duinen voorkomende, waar deze boom in het losse zand groeit, meestal laag blijft, maar ook wel eens 20 Ned. el hoog wordt. Zijne takken spreiden zich waterpas uit en zijn van 3-hoekige, gespitste, onbehaarde bladeren voorzien. De knoppen zijn glad en met een harsachtigen, welriekenden balsem bedekt.

Vermaagschapt met deze soort is de abeel of graauwe populier (P. canescens), waarvan de bladeren aan de onderzijde, alsmede de jonge takken aschgraauw-viltig zijn. Daar deze beide soorten tegen zeewinden besland zijn, worden zij veelal op onze kusten geplant; — en de ratel-populier (P. tremula), ook klaterpeppel en espeboom geheeten, omdat het blad van dezen boom bij den geringsten luchtstroom steeds in beweging is. Voorts worden nog gevonden: de zilverpopulier (P. argentea), de hartvormige populier (P. cordifolia), en de verschilbladige populier (P. heterophylla).

< >