Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bloemdek.

betekenis & definitie

Men gebruikt dezen naam voor elk bloembekleedsel, dat slechts uit één krans van blaadjes bestaat, of voor 2 of meer kransen van bloembekleedselen, zoodra hunne bladeren in kleur en in andere opzigten overeenkomen. Van het eerste geval vinden wij voorbeel­den in de melde (Chenopodium, fig. 1) en in de pijpbloem (Aristolochia Clematitis, fig. 2); het bloemdek van laatstgenoemde plant is symmétriseh.

Het tweede geval ontdekken wij in de lelie (Lilium candidum, fig. 3). Even als bij de bloemkroon, zoo vindt men ook hier blad-achtige aanhangsels, zooals bij de narcis (Narcissus pseudo-narcissus, fig. 4).

Somtijds zijn de twee bladkransen van het bloemdek verschillend van vorm, zooals bij de zuring (Rumex , fig. 5), — en eindelijk komt het weleens voor, dat de binnenste blade­ren onderling ongelijk zijn, zooals bij Orchis maculata (fig. 6).

< >