Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Piper

betekenis & definitie

Piper L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Piperaceën.

Het omvat meerendeels overblijvende klimplanten met tegenoverstaande, vaak in schijn afwisselende, gesteelde bladeren, alleenstaande, tegenover de bladeren geplaatste, hangende bloem-aren met 2- of 1-slachtige, 2-huizige bloemen op eene dikke spil en éénzadige bessen met weinig vleesch.

De talrijke soorten behooren te huis in Indië, op de eilanden van den Indischen Archipel, op de Sandwich-eilanden enz., en onderscheidene worden in de Oude en Nieuwe Wereld gekweekt. P. Betle L. (de betelpeper), een klimmende heester in Oost-Indië, vindt men voorts in alle keerkringslanden van Azië tot aan het Himalayagebergte, in China, op de eilanden van Australië enz.; hij levert in zijne specerijachtige bladeren, evenals P. Siriboa L. en P. Melamiris L. eene zelfstandigheid, welke in die landen algemeen gekaauwd wordt.

— P. Methysticum Forst., die 2 Ned. el hoog op de Gezelschaps-, Vriendschaps-, Sandwich- en Fidsji-eilanden groeit, wordt gekweekt wegens zijn geneeskrachtigen wortel. Voorts wrijft men dezen fijn en vermengt het uitgeperste sap met kokosmelk en water, om daaruit een aangenaam smakenden drank te bereiden.

P. Cubeba L. fil. (Cubebe-peper) is een klimmende, houtige heester op Java, Bornéo, Sumátra enz.
P. angustifolium Ruiz et Pav. groeit in de vochtige wouden der Zuid-Amerikaansche Cordillera, met groote, eivormige, gespitste, afwisselende, stomp gekerfde, van onder behaarde bladeren en digt opeengepakte, groenachtige bloemen; hij wordt hier en daar gecultiveerd en levert, evenals P. aduncum L., het maticokruid, dat aangenaam-specerijachtig smaakt en slechts hars, aethérische olie en looistof bevat. Het heeft een bloedstelpend vermogen, werd in 1827 in Amerika en in 1839 in Europa bekend, en men schrijft het voor tegen speeksel- en zaadvloed. De wortels en bladeren van P. aduncum worden in Brazilië ook als prikkelend middel gebezigd.

— P. officinarum Dec. is een heester, die tegen de hoogste boomen opklimt; het heeft eivormig-langwerpige, gespitste bladeren, groeit op Java, Sumátra, Celébes en Timor en levert vruchten, die onder den naam van lange peper in den handel komen.

Dezelfde vrucht oogst men van P. longum L. in Malabar, Ceylon, Oost-Bengalen, Timor en de Philippijnsche eilanden.

— Piper nigrum L. (gewone peperplant) is een kruipende of klimmende heester met heen- en weêrgebogen takken, kort gesteelde, breed-eivormige, gespitste bladeren en daartegenoverstaande, gesteelde bloemen. Deze plant behoort te huis in de warme en vochtige wouden van Travancore en Malabar en wordt aldaar, alsmede op Sumátra, Java, Bornéo, Achter- en West-Indië gekweekt. Men vermenigvuldigt haar door stekken, laat haar bjj boomen met weinig loof of bjj stokken opklimmen en doet ze laag blijven, terwijl zij, aan haar zelve overgelaten, wel 10 Ned. el hoog wordt. Zij draagt reeds in het eerste jaar vrucht en levert op een leeftijd van 5—20 jaren ieder jaar 4—5 Ned. pond bessen, om daarna allengs weg te kwijnen. Men oogst de vruchten in een onrijpen toestand, zoodra de onderste bessen der aar rood beginnen te worden, maakt de bessen los van de spil en droogt ze in de zon of bij een zacht vuur. De dunne vruchtschil van den peper omsluit één enkelen zaadkorrel. Deze bestaat uit eene dunne, bruinroode zaadhuid en een van buiten groenachtig, van binnen wit en melig kiem wit.

De scherpe smaak van den peper wordt veroorzaaktdoor den hars. Eene aethérische olie (1%), isomeer met terpentijnolie, geeft aan den peper een eigenaardigen geur. Hij bezit daarenboven 5% minerale zelfstandigheden en ongeveer 4% piperine (C17H19N03). Dit laatste vormt prisma’s zonder kleur, geur of smaak, lost gemakkelijk op in alkohol, moeijelijk in aether en ter naauwernood in water, reageert neutraal, is niet vlugtig en geeft, met kaliloog gekookt, piperinezuur en zeer basische piperidine.

— Witte peper komt van dezelfde plant, namelijk van rijpe vruchten, die door middel van water van de vruchtschil en het vruchtvleesch worden bevrijd.

— De voornaamste pepermarkten in Europa zijn Londen, Amsterdam en Hamburg. De geheele peperproductie wordt geschat op 20 millioen Ned. pond, en Sumátra alleen levert daarvan 14 millioen. Zie ook onder Peper.

< >