Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Paauwoog

betekenis & definitie

Paauwoog is de naam van verschillende vlinders. De dagpaauwoog (Vanessa Io L.), een dagvlinder, is bruinachtig rood, op elken vleugel met een groot oog versierd en fladdert van Junij tot October in geheel Europa rond. Zijne rups is zwart met witte stippels en zwarte dorens en leeft van Junij tot September op brandnetels en hop. De avondpaauwoog (Smerinthus ocellatus L.), een avondvlinder, heeft zilvergrijze, bruin, rood en zwart gemarmerde vóórvleugels en rozenroode, met een groot blaauw oog in het midden versierde achtervleugels; ook deze is in ons werelddeel van Mei tot Julij te vinden.

Zijne rups is groen met eene witte streep overlangs, zeven witte dwarsstrepen en een blaauwachtigen hoorn en leeft van Julij tot September op wilgen, populieren, appel- en sleedoornboomen. De nachtpaauwoog (Satumia carpini Sb.), een nachtvlinder, heeft wit en bruin gewolkte, door eene donkerbruine streep gezoomde banden op de vleugels, welke in het midden met gele oogen zijn versierd, en bevindt zich in de beukewouden van geheel Europa. Zijne rups is groen met zwarte dwarsbanden, waarop zich roode wratjes met stervormig geplaatste borstelharen bevinden. Men vindt haar van Mei tot Augustus op den sleedoorn, den haagbeuk, eike-, berke- en elzeboomen. Op dergelijke wijze is ook de Weener nachtpaauwoog (S. piri Hb.) geteekend, de grootste nachtvlinder van Europa, met eene vlugt van ongeveer 1½ Ned. palm. Men vindt hem vooral in de omstreken van Weenen en Parijs.