Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Oudinot

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Nicolas Charles Oudinot, hertog van Reggio, pair en maarschalk van Frankrijk. Hij werd geboren den 25sten Maart 1767 te Bar le Duc en bestemd voor den koophandel, maar trad op 17-jarigen leeftijd in krijgsdienst. Wél nam hij in 1787 zijn ontslag, maar schaarde zich bij den aanvang der Revolutie weder in de gelederen, en werd in 1791 kommandant van een bataljon vrijwilligers, waarmede hij in 1792 het kasteel Bitsch tegen de Pruissen verdedigde, — vervolgens kolonel en op grond der ongemeene dapperheid, waarmede hij zich den 23sten Mei 1794 bij Morlautern 4 uur lang tegen 10000 man, grootendeels ruiterij, verdedigd had, onmiddellijk daarna brigade-generaal. Den 6den Augustus maakte hij zich meester van Trier, voegde zich voorts bp de Rijn- en Moezelarmee, werd bij Neckarau den 18den October 1795 gewond en gevangen genomen, maar weldra uitgewisseld, in 1799 tot divisie-generaal benoemd, en droeg niet weinig bij tot de overwinning bp Zürich, waar hij door een schot in de borst getroffen werd. Na zijne herstelling kwam hij aan het hoofd van den generalen staf bij Masséna en was met dezen in het belegerde Genua, waar hij vermetele uitvallen deed. In 1800 werd hij chef van den generalen staf bij Brune en besliste door zijne dapperheid den slag aan de Mincio. In 1805 onderscheidde hij zich bij verschillende gevechten en veldslagen en in 1806 vormde hij met zijne grenadiers de reserve, behaalde in 1807 de overwinning bij Ostrolenka, werd afgezonden ter versterking van den maarschalk Lefébre, die Dantzig belegerde, en hield bij Friedland het Russisch-Pruissische leger in bedwang, totdat Napoleon met de hoofdmagt verscheen om de overwinning te voltooijen. Gedurende dien veldtogt verwierf hij den titel van graaf met eene dotatie van een millioen francs in bezittingen.

In 1808 was hij gouverneur van Erfurt gedurende het aldaar gehouden Congrès, behaalde meermalen de overwinning op de Oostenrijkers en trok den 13den Mei binnen de muren van Weenen. In de plaats van Lannes belastte hij zich in den slag bij Eszling met het bevel over het 2de armeekorps en droeg veel bij tot de zegepraal bij Wagram, waarna Napoleon hem tot maarschalk en tot hertog van Reggio benoemde. In 1810 bezette hij Holland en bleef er als opperbevelhebber omstreeks 2 jaar. In den Russischen veldtogt van 1812 werd hp bij Polock door een kanonskogel zwaar gewond, doch spoedig begaf hij zich weder naar zijn korps en streed bij Borissow en aan de Beresina, waar hij een gedeelte van het leger redde. In April 1813 was hij opperbevelhebber van het 12de armeekorps, stond bij Bautzen op den regter vleugel en vocht tegen Bülow. In Augustus van dat jaar ontving hij het opperbevel over 3 korpsen, te zamen 65000 man tellende, om daarmede op te rukken naar Berlijn. Daar hij echter bij Groszbeeren het onderspit moest delven voor Bülow, trad Ney in zijne plaats, maar ook met dezen leed hij eene nieuwe nederlaag bij Dennewitz. Bij Leipzig stond hij aan het hoofd van 2 divisiën der jonge garde, en bij den aftogt bevond hij zich in de achterhoede, doch daar hij ernstig ziek werd, bragt men hem naar Bar le Duc.

Niettemin aanvaardde hij in 1814 wederom het opperbevel over de jonge garde en nam deel aan verschillende gevechten, waarin hij nogmaals wonden ontving. Na den afstand van Napoleon onderwierp hij zich aan Lodewijk XVIII, die hem belastte met het bevel over eene militaire divisie en hem tevens de waardigheid van pair en van minister toekende. Bij den terugkeer van Napoleon deed hij vruchtelooze moeite om zijne troepen van afvalligheid terug te houden, en begaf zich vervolgens naar zijne goederen te Montmorency. Daarom benoemde Lodewijk hem na de Restauratie tot generaal-majoor der Koninklijke garde en tot kommandant van de nationale garde te Parijs. In 1823 nam hij deel aan den veldtogt in Spapje, schaarde zich vervolgens aan de zijde der Julij-dynastie en werd onder Lodewijk Philips grootkanselier van het Legioen van Eer en gouverneur van het Hotel der Invaliden. Hij overleed den 13den September 1847.

Nicolas Charles Victor Oudinot, hertog van Reggio. Deze, een zoon van den voorgaande en geboren te Bar le Duc den 3den November 1791, was van 1805 tot 1809 page van Napoleon, voegde zich daarna bij het leger, woonde verschillende veldtogten bij en werd kort vóór den afstand des Keizers bevorderd tot kolonel. Daar hij zich gedurende de Honderd Dagen niet voor Napoleon verklaarde, zag hij zich na de tweede Restauratie benoemd tot maréchal de camp, waarna hij de militaire school te Saumur organiseerde. Om zijn jongeren broeder te wreken, die in 1835 als kolonel van een regiment kavallerie in Algérië gesneuveld was, vertrok hij naar Afrika en klom er weldra op tot luitenant-generaal. In 1842 zond hem het departement Maine et Loire naar de Kamer van Afgevaardigden, waar hij zich aan de zijde schaarde van Thiers. In 1848 was hij een voorstander der omwenteling en verkreeg zitting in de Constituérende Vergadering, waar hij tot het oorlogscomité behoorde.

Weldra werd hij kommandant van het Alpenleger, en in 1849 ontving hij het opperbevel over de troepen, bestemd voor de interventie te Rome. Hij trok den 1sten Julij binnen de muren dezer stad. In de Nationale Vergadering behoorde hij tot 1851 tot de partij der Bonapartisten, doch ging daarna over tot de Orleanisten. Bij den staatsstreek van 2 December werd hij in hechtenis genomen, doch den 8sten December daaraanvolgende weder op vrije voeten gesteld. Hij overleed in Julij 1863.

< >