Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Odense

betekenis & definitie

Een Deensch ambt in het noordwestelijk gedeelte van Funen, telt met eenige kleine eilanden op 32 geogr. mijl ruim 122000 inwoners (1870). De hoofdstad van dezen naam, aan de Odense-Aa en het Odense-kanaal gelegen, heeft eene bevolking van omstreeks 17000 zielen, 4 kerken, onderscheidene scholen, eene boekerij, eenige inrigtingen van weldadigheid en een kasteel; zij is de zetel van den ambtman (gouverneur) en van den bisschop van Funen. De nijverheid is er werkzaam in onderscheidene bouwerijen, brandewijn stokerijen, chocolade-, tabaks- en sigarenfabrieken, weverijen, verfstofifenfabrieken, looijerijen, ijzergieterijen en machinenfabrieken.

Er wordt veel graan uitgevoerd. Odense is eene zeer oude stad en het bisdom aldaar werd reeds in 988 door koning Harald Blaauwtand gesticht. De Rijksdag, in 1527 te Odense gehouden, schonk aan de Protestanten en R. Katholieken in Denemarken gelijke regten. — De Odense-Aa ontspringt in het zuiden van Funen, loopt eerst westwaarts, daarop noordwestwaarts, ontvangt de wateren van het Arreskovmeer en stort na een loop van 50 Ned. mijl zich uit in het Odense-kanaal, gegraven in 1796—1804. — De Odense-fjord dringt uit het Kattegat over een afstand van 15 Ned mijl in Funen door en heeft bij Klintebjerg eene winterhaven ter diepte van 4 ½ Ned. el en beveiligd door het eilandje Vikelsö.

< >