Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Numa Pompilius

betekenis & definitie

Numa Pompilius, volgens de overlevering de tweede koning van Rome, was de zoon van den Sabijn Pompo Pompilius en de schoonzoon van koning Tatius, die gedurende eenige jaren met Rómulus heerschappij voerde. Hij werd uit Cures in het land der Sabijnen, waar hij ambteloos leefde, na den dood van Rómulus en na eene tusschenregéring van één jaar, naar Rome geroepen, om den troon te beklimmen (715 vóór Chr.). Zijne regéring bragt er vrede, daar hij er zich vooral op toelegde, den pas gestichten Staat tot vastheid te brengen. Hij verdeelde de door Rómulus veroverde landen onder de burgers, bepaalde daarvan de grenzen en wijdde heiligdommen aan den god Terminus (Grensbewaker) en aan de godin Fides (de Trouw). Hij verordende voorts eene betere verdeeling van het jaar door de vaststelling van 12 maanden en bepaalde schrikkelmaanden, om alzoo te komen tot eene juistere tijdrekening.

Bovenal zocht hij in godsdienstige instellingen waarborgen voor de getrouwheid en gehoorzaamheid der burgers. Daarom benoemde hij pontifices, die zorg droegen voor de godsdienstige plegtigheden, en de instelling van augures, flamines, salii, fetiales en die der Vestaalsche maagden is van hem afkomstig. Voorts wijdde hij aan Janus een tempel, die gedurende den oorlog geopend werd, doch onder zijne regéring steeds gesloten bleef. Wegens zijne uitstekende wijsheid wordt hij voor een leerling van Pythágoras gehouden; ook meldt de sage, dat hij bij een heilig woud zamenkomsten hield met de nymf Egéria. Hij overleed in 672 en werd onder den Janiculus ter aarde besteld: hier vond men, zooals het verhaal luidt, in 181 vóór Chr. zijne geschriften, die echter op last van den Senaat werden verbrand. Zijne dochter Pompilia trad in het huwelijk met Numa Marcius en was de moeder van Ancus Marcius, den vierden Koning van Rome.

< >