Niagara (De) is eene rivier, welke de nieren Erie en Ontario verbindt, de grens aanwijst tusschen Britsch Canada en den Noord-Amerikaanschen Staat New York en met hare kronkelingen eene lengte heeft van 62 Ned. mijl. Bij het fort Erie, waar zij als rivier een aanvang neemt, heeft zij eene breedte van 1200 Ned. el, waarna zij spoedig (bij Black Rock) tot eene breedte van 600 Ned. el inkrimpt, om vervolgens hare aanvankelijke breedte te hernemen en zich langzaam noordwaarts te spoeden. Omstreeks 10 Ned. mijl beneden het fort Erie verdeelt zij zich in 2 armen, die het boschrijk, tot New York behoorend Grand Island omsluiten en zich na een loop van 15 Ned. mijl weder vereenigen. Vóór den mond van den westelijken arm ligt het Britsche eilandje Navy Island.
Omstreeks 7 Ned. mijl verder, bij eene scherpe krom ming van het westen naar het noorden, tusschen het stadje Niagara Falls, tot New York behoorend, en het Canadasche dorp Cliilon vormt de rivier den wereldvermaarden Niagara-waterval, die door Goat Island (Geiteneiland), dat een derde der breedte van de rivier en 30 Ned. bunder beslaat, in 2 ongelijke armen wordt verdeeld. De oostelijke of Amerikaansche is 326 Ned. el breed en bij den oever 50 Ned. el hoog, endewestelijke, de Groote of Horseshoefall (Hoefijzerval), 574 Ned. el breed en 48 Ned. el hoog. De eerste ligt op het gebied der Vereenigde Staten en de laatste slechts half, daar de grenslijn door het midden der rivier loopt. Het grootsche van den waterval is niet zoozeer gelegen in zijne hoogte, maar inzonderheid in de geweldige massa water, die er zich naar beneden stort; die massa bedraagt voor den Hoefijzerval alleen 708000 Ned. teerling-ellen in de minuut. Uit de diepte der kloof, ingesloten door rotsmuren ter hoogte van 70 tot 75 Ned. el, rijzen witte wolken van schuim en waterdamp omhoog, welke op aanmerkelijken afstand reeds zigtbaar zijn.
Daar de waterval eene bolvormige gedaante heeft, vindt men aan den oever geene plek, vanwaar men hem in zijn geheel kan overzien. Een goed uitzigt had men te voren op de Table Rock aan den oever van Canada, doch zij werd in 1862 door den stroom verzwolgen. Aan den voet van den waterval kan men aan beide zijden in rotsholten achter het reusachtig watergordijn doordringen, en van den Amerikaanschen oever is eene houten brug naar Goat Island gelegd. Eene hangende brug, ter lengte van 386 Ned. el en ter hoogte van 46 Ned. el boven den waterspiegel is vóór den waterval over de rivier gespannen en in 1869 voltooid, en eene kettingbrug voor spoortreinen, rijtuigen en voetgangers, ter lengte van 244 Ned. el en 78 Ned. el boven het water zwevend, ligt 3 Ned. mijl verder naar beneden. Eene derde brug, bij Lewiston, dus nog verder naar beneden, werd in 1864 door het ijs vernield.
De schier waterpas gelegen kalksteenlaag ter dikte van 26 Ned. el, waar de watermassa zich overheen stort, rust op eene nog dikkere leisieenlaag, welke door de wieling van het water ontbonden wordt, zoodat van de aldus ondermijnde kalksteenlaag gedurig groote brokken afdalen in de diepte, zooals gebeurd is op den 28sten December 1828 en in September 1853, weshalve de waterval gestadig achterwaarts wijkt naar het Eriemeer, terwijl het hoogst waarschijnlijk is, dat hij zich vóór eeuwen veel verder naar beneden, bij Queenstown bevond. Tot aan den waterval is de lengte der Niagararivier 32 Ned. mijl en haar verval 18,6 Ned. el, doch van deze behooren 15½ Ned. el tot de laatste 800 el, welke onmiddellijk boven den waterval gelegen zijn. Tot aan deze stroomversnelling is het bovengedeelte der rivier bevaarbaar. Beneden den waterval stroomt zij weder rustig voorwaarts, vernaauwt zich na 5 Ned. mijl tot 300 Ned. el en buigt zich, tusschen rotswanden ter hoogte van 100 el besloten, plotselijk naarde linker zijde. Hierdoor ontstaat de Whirlpool (Draaikolk); de oppervlakte van het water is hier in gestadige wieling en in het midden der rivier 3 Ned. el hooger dan aan de oevers.
Slechts éénmaal (1861) is een schip, „The Maid of the Mist", behouden door die wieling geraakt. Bij de stadjes Lewiston en Queenstown, 10 Ned. mijl beneden den waterval, is de rivier 2700 Ned. el breed; hier wordt zij weder bevaarbaar. Nog 11 Ned. mijl verder stort zij tusschen het Amerikaansehe dorp Youngstown en de Canadasche stad Niagara zich nit in het meer Ontario. Daar de groote waterval de regtstreeksche scheepvaartgemeenschap tusschen gemelde beide meren belet, heeft men op het grondgebied van Canada het merkwaardige Wellandkanaal gegraven, dat van Port Colbourne aan het Eriemeer naar Port Dalhousie aan het meer Ontario loopt.