Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Nereus

betekenis & definitie

Nereus, in de Grieksche fabelleer de oudste zoon van Pontus en Gaea, een welwillende, voorspellende, regtvaardige zeegod van gevorderden ouderdom, was de gemaal van Doris, eene dochter van Océanus. Zij schonk hem 50 dochters, bekend onder den naam van Nereïden. Hij bewoont bij voorkeur de Aegésche Zee. Héraclés (Hérculés), die van de nymfen van de rivier Eridanus de verblijfplaats van Nereus vernomen had, greep hem in den slaap, kluisterde hem, terwijl hij door het aannemen van verschillende vormen zocht te ontsnappen, en liet hem niet weder los, alvorens hij hem den naam ontlokt had van de plaats, waar de appels der Hesperiden werden bewaard.

Zijne dochters, weldadige zeenymfen, bewonen met hem de diepte der zee, maar geven gehoor aan den noodkreet der zeelieden en komen naar de oppervlakte om hen bij te staan. Van haar is, behalve Amphitrite, de gemalin van Poseidon (Neptunus), inzonderheid Thetis, de schoone moeder van Achilles, door de dichters verheerlijkt. De Nereïden werden vooral in de havensteden gehuldigd. De beeldende kunst stelt Nereus steeds voor als een grijsaard met een schepter en ook wel met een drietand, en de Nereïden als bevallige, luchtig gekleede of naakte maagden, op dolfijnen rijdend.

< >