Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Neptunus

betekenis & definitie

Neptunus is van de bekende planeten die, welke zich het verst verwijderd bevindt van onze Zon. Hare ontdekking was eene zegepraal voor de wetenschap. Onverklaarbare storingen in den loop van de planeet Uranus bragten Bessel en andere sterrekundigen op het denkbeeld, dat men die schijnbare onregelmatigheid moest toeschrijven aan den invloed van eene nog onbekende planeet. Adams te Cambridge en Leverrier te Parijs gingen nu, zonder van elkander iets te weten, aan het werk, om uit die waargenomene, raadselachtige storingen de plaats der gedachte planeet te bepalen.

Eerstgenoemde deelde reeds in September 1845 aan den hoogleeraar Challis te Cambridge en aan Airy te Greenwich de uitkomsten zijner berekeningen mede, doch deze werden niet openbaar gemaakt. Niettemin bespiedde Challis de plaats, waar zich volgens Adams de onbekende planeet bevinden moest; zelfs vond hij haar, maar teekende ze als vaste ster op de kaart. Van dit alles kwam niets ter kennis van Leverrier, en deze maakte den 31sten Augustus 1846 de resultaten van zijn onderzoek openlijk bekend. Volgens deze moest de massa der nieuwe planeet 1/9300ste van de massa onzer Zon, haar afstand van laatstgenoemd hemellicht ruim 36 stralen van de loopbaan der aarde, hare excentriciteit 0,10761, de lengte van haar perihelium 284°45' en hare ware lengte (op den 1sten Januarij 1847) 326°32' bedragen, zoodat zij ongeveer 33° van onze Zon of nagenoeg 5° ten oosten van de ster [?] van den Steenbok moest staan. Galle te Berlijn rigtte zijn kijker derwaarts en vond inderdaad de nieuwe planeet nabij de aangewezen plaats. Daar zij reeds in 1795 door Lalande was waargenomen, doch zonder dat de waarnemer vermoedde, dat hij eene planeet aanschouwde, was men in staat om uit het bekende gedeelte harer loopbaan hare belangrijkste elementen te bepalen. Wél bleek het, dat tusschen deze en de uitkomsten der theoretische berekening een aanmerkelijk verschil bestond, maar dit getuigt meer voor de moeijelijkheid dier berekening, dan tegen de scherpzinnigheid der berekenaars. De excentriciteit der loopbaan van Neptunus bedraagt slechts 0,0084962 of ongeveer 1/115de van hare halve groote as, zoodat zij, na de loopbaan van Venus, onder al de planetenloopbanen het meest nadert tot den cirkel.

Hare helling op het vlak der ecliptica is slechts 1°47'. De middelbare afstand der planeet van onze Zon is ruim 30-maal zoo groot als die der aarde van dat hemellicht, alzoo ongeveer 600 millioen geogr. mijl. Onze aarde kan tot die planeet naderen tot op een afstand van 574 millioen geogr. mijl en zich van haar verwijderen tot op een afstand van 626 geogr. mijl. In laatstgenoemd geval vertoont zij zich met eene middellijn van 2,5" en in het eerste met eene van 2,7", zoodat hare gemiddelde schijnbare middellijn de lengte heeft van 2,6", alzoo hare ware middellijn eene lengte van 8000 geogr. mijl. Deze is alzoo nagenoeg 5-maal zoo groot als die onzer aarde; hare oppervlakte is dan ook 24- en haar volumen 104-maal zoo groot als die der door ons bewoonde planeet. Zij vertoont zich aan het uitspansel als eene ster van de 7de of 8ste grootte.

Hare massa bedraagt 1/14446ste tot 1/20000ste van die der zon. Volgens eerstgemelde opgave zou hare digtheid ⅕de van die der aarde of 1¼de van die van water zijn. Omtrent hare aswenteling heeft men nog niets kunnen bepalen, maar haar sidérische omloopstijd is 164 jaren, 285 dagen en 15 uren, zoodat zij in eene seconde 0,76 geogr. mijl aflegt. Onze aarde beweegt zich 5,4-maal zoo snel. Niet lang na het vinden van deze planeet, ontdekte Lassell haar wachter of maan, op een afstand van ruim 13 stralen van den Neptunusbol van haar verwijderd en zijne baan in 5 dagen, 21 uren en 4 minuten doorloopend. — Neptunus, zie Poseidon.