Doris, in ouden tijd de kleinste zelfstandige Staat van Griekenland, tusschen Phocis, Aetolië, Locris en Thessalië gelegen, besloeg de zuidelijke hellingen van den Oeta, de noordwestelijke van den Parnassus en het dal der rivier Pindus. Oorspronkelijk woonden er de Dryopers, zoodat het landschap met den naam van Dryopis bestempeld werd, doch later kwamen er de Doriërs, en men beschouwde vervolgens dit gewest als het moederland van dien stam. Er waren 4 steden, Erineus, Cytinium, Boön en Pindus, die echter door de naburige volkeren verwoest werden, zoodat er ten tijde van de Romeinen slechts bouwvallen van overgebleven waren.
Thans is Doris eene eparchie van den nomos (provincie) Phocis. — Ook een landschap in Klein-Azië, waar de Doriërs volkplantingen gesticht hadden, droeg weeleer den naam van Doris. Er bestonden 6 steden, die met elkander een verbond vormden. — Zie ook onder Asteroïden.