Myconus (Mykonos), één der Cycladische eilanden, ten zuidoosten van Tinos gelegen, heeft eene oppervlakte van ruim 2 geogr. mijl, vormt eene naakte, onbesproeide granietmassa, die zich ter hoogte van 264 Ned. el verheft, maar levert toch goeden wijn, zuidvruchten en een weinig gerst.
De lijsters, die er jaarlijks in ontzettend groote menigte verschijnen, worden er in azijn ingemaakt en zijn zeer gezocht. De inwoners, Myconioten genaamd, waren reeds van ouds bekend als bekwame zeelieden en vinden hun bestaan in scheepvaart en handel. Men telt er 6000. De evenzoo genoemde hoofdstad aan de westkust heeft eene goede reede en ruim 3000 inwoners (1870), en aan de noordkust ligt de kleine havenplaats Panormo. In de dagen der Oudheid verplaatste men het tooneel van den strijd met de Reuzen derwaarts, en men beschouwde het geheele eiland als het graf der van Héraclés (Hérculés) verslagene Reuzen.
