Mygale Walck. is de naam van een geslacht van spinnen, dat zich door 4 spintepels en door behaarde pooten onderscheidt.
Van de soorten noemen wij de vogelspin (M. avicularia Walck., zie bijgaande figuur), die zich onderscheidt door hare aanmerkelijke grootte. Haar geheele ligchaam is met grove grijze en rosse haren bedekt. Het weefsel harer netten is zóó sterk, dat kleine vogels daarin gevangen blijven en door de spin verslonden worden. Ook sluipt zij in vogelnesten om de eijeren uit te zuigen of zich van de weerlooze jongen meester te maken. Zij verschuilt zich in de reten van oude boomstammen en onder dakranden gedurende den eijertijd. Dat deze spin vogels vangt is reeds voorlang vermeld, doch later in twijfel getrokken, maar ook daarna opgemerkt door Bates en door dezen medegedeeld in zijn werk: „The naturalist on the River Amazons”. In Brazilië noemt men haar aranhas carangueveiras of krabspin. Sommige zijn zoo groot, dat de Indiaansche kinderen haar een koord om het ligchaam binden en als huisdieren medenemen.
Eene soort van dergelijke grootte is M. fasciata Walck op Ceylon. Eindelijk vermelden wij M. fodiens Walck., die in het zuiden van Europa leeft en zich verbergt in verticale, buisvormige holen onder den grond, welke met een kringvormig deksel gesloten en van binnen met een zijdeachtig spinsel bekleed zijn. Aan de binnenzijde van het deksel zijn kleine indruksels, waaraan de spin zich met de haakjes harer kaken vasthecht, om de deur digt te houden, wanneer men dien wil openen.