Mucius is de naam van een Plebejisch Romeinsch geslacht (Mucia gens), dat eerst in de 2de eeuw vóór Chr. in het bezit kwam van aanzienlijke staatsambten. Toen in 507 Porsenna, koning der Etruscers, Rome belegerde, begaf zich Cajus Mucius Cordus volgens de sage, met toestemming van den Senaat, naar het vijandelijk leger om den Koning te dooden, maar doorstak bij vergissing diens geheimschrijver. Toen hij voor den Koning gebragt en met marteling en dood bedreigd werd, stak hij, om te bewijzen dat hij niet vreesde voor martelpijn, zijne hand in het vuur van een nabij zijne altaar en liet ze verbranden, zonder zijn gelaat te vertrekken, waarop Porsenna, die zijn heldenmoed bewonderde, hem ongedeerd terugzond en op de verzekering van Mucius, dat 300 dergelijke jongelingen als hij zelf het leven des Konings bedreigden, vrede sloot met Rome. De Senaat beloonde zijn stout bedrijf met een stuk grond aan de overzijde van de Tiber, hetwelk den naam ontving van Mucia prata.
Aan het verlies der regterhand ontleende hij den naam van Scaevola (linker hand). — Voorts vermeldt de geschiedenis Publius Mucius Scaevola, in 133 vóór Chr. consul en vervolgens pontifex maximus. Hij was eerst een begunstiger van Tiberius Gracchus, doch koos later de tegenovergestelde partij, — Quintus Mucius Scaevola, in 117 vóór Chr. consul en een uitstekend regtsgeleerde, — en Quintus Mucius Scaevola, consul in 117 vóór Chr., nadat hij te voren de provincie Azië zoo uitstekend bestuurd had, dat men ter zijner eer een feest instelde, „Mucia” genaamd. Hij was de eerste, die het burgerlijk regt in 18 boeken stelselmatig zamenvoegde. Hij werd in den burgeroorlog tusschen Sulla en Marius in 83 vóór Chr. op bevel van den jongeren Marius omgebragt.