Pontifex
[v. Lat. pons, pontis = baan, pad, brug, of van Oscisch-Umbrisch puntis = offer, en van Lat. facere = maken] (lett.: wegbereider tot de goden, of: offeraar) hogepriester; (rk) bisschop; - maximus, (in oude Rome) opperpriester; (rk) paus.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Lat. pons, pontis = baan, pad, brug, of van Oscisch-Umbrisch puntis = offer, en van Lat. facere = maken] (lett.: wegbereider tot de goden, of: offeraar) hogepriester; (rk) bisschop; - maximus, (in oude Rome) opperpriester; (rk) paus.
Jos Liefrink (1989)
Pontifex - Lid van het belangrijkste priestercollege te Rome. De etymologische verklaring van de naam is nog niet opgehelderd, al betekent het wellicht niets anders dan ‘bruggenbouwer’. Tijdens de vroegste periode van het koningschap blijken de pontifïces namelijk de opdracht te hebben gehad de Pons Sublicius te herstellen, na haar opzettelijke ver...
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
(Lat., letterlijk, bruggenbouwer), oorspronkelijk de titel voor een lid van het hoogste Romeinse priestercollege, is de zinvolle naam geworden van de bisschop, die als geheimvol vertegenwoordiger van Christus tussen God en mens bemiddelt.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Lat., eig. bruggenbouwer), m., 1. lid van het hoogste priestercollege in het oude Rome, met de pontifex maxitnus aan het hoofd; 2. paus.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
fĭcis, m. pontifex of opperpriester, plur. pontifices, de priesters, die het opzicht over de godsdienst en zijn gebruiken hadden, en wier hoofd de pontifex maximus (hogepriester) was, Cic.; pontifices minores, de adjuncten of schrijvers van het college der pontifices, Cic., Liv. | bisschop. | vand. pontĭfĭcālis, e, pontificaal, opperp...
Winkler Prins (1949)
(Lat.), in het oude Rome, lid van het hoogste priestercollege, belast met het toezicht op en de zorg voor de eredienst.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: