Morinda is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Rubiaceën. Het omvat heesters en kleine boomen, die in de tropische gewesten groepen, met tegenoverstaande bladeren, in bladoksels geplaatste bloemhoofdjes en 4-zadige bessen. M. bracteata Roxb. groeit in Oost-Indië ter hoogte van 6—9 Ned. el en draagt witte, van binnen behaarde bloemen en gele, specerijachtige, bittere vruchten, welke men aan kinderen toedient tot verdrijving van wormen.
Het hout is vrij hard en taai, en de wortels gebruikt men tot het bereiden van roode verfstof. M. citrifolia L. een fraaije boom, van 2,5 tot 3 Ned. el hoog en in Hindostan groeijende, levert in zijn wortel het soeringi of al, hetwelk inzonderheid uit Goedsjerate op de Indische markt wordt gebragt en als roode, gele en oranjekleurige verfstof dient. Deze wortel bevat de morindine (C2sH30OI5), die in gele naalden kristalliseert, in warm water en alkohol (niet in aether), alsmede in alkaliën met eene oranjeroode kleur oplost, bij 245° C. smelt en ontleed wordt in morindon en suiker.
M. Royoc op Curaçao groeijende, bevat desgelijks eene gele verfstof. Wegens den kruipenden wortelstok is deze plant een lastig onkruid, aldaar bekend onder den naam van Pan di diavlo (Duivelsbrood).