Moederloog noemt men de vloeistof, welke achterblijft, wanneer men uit eene zoutoplossing een gedeelte van het zout door kristallisatie verwijderd heeft. Zij bevat in elk geval nog eene aanmerkelijke hoeveelheid van datzelfde zout en kan bij herhaalde verdamping of afkoeling wederom dergelijke kristallen leveren. Bevat eene oplossing onderscheidene zouten, dan zal dat zout, hetwelk het overvloedigst voorhanden of het moeijelijkst oplosbaar is, het eerst kristalliséren en wel vrij zuiver. Bij eene tweede kristallisatie erlangt men welligt nog eene hoeveelheid van datzelfde zout, doch eindelijk zal de loog ook met de andere zouten verzadigd zijn en dan kristalliseren deze desgelijks, zoodat men een mengsel van zouten verkrijgt.
Zulke moederloogen ontstaan bij het winnen van keukenzout uit zeewater of salinen; zij bevatten vooral chloornatrium, iod- en bromkalium, chloormagnesium en chloorcalcium, zwavelzuur natrium enz. Men bezigt ze veelal tot baden. Somtijds worden zij geheel en al uitgedampt en leveren alsdan het moederloogzout.
