Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Verdamping

betekenis & definitie

Verdamping noemt men het overgaan van een vast of vloeibaar ligchaam in een gasvormigen toestand of in damp. Geschiedt de dampvorming alleen aan de oppervlakte der vloeistof, dan geeft men hieraan den naam van uitwaseming, en ontstaan ook in de vloeibare massa dampbellen, die haar bij het opstijgen in beweging brengen, dan spreekt men van zieden of koken. Verdamping heeft plaats bg eiken warmtegraad, maar de spanning van den ontwikkelden damp is te geringer naarmate de temperatuur lager is. Bij de verdamping van een ligchaam wordt eene zekere hoeveelheid warmte verbruikt, om de zelfstandigheid uit den vloeibaren tot den gasvormigen staat te doen overgaan.

Deze verdampingswarmte veroorzaakt geene verhooging van temperatuur, maar dient alleen om als gebondene (latente) warmte den nieuwen toestand te doen voortduren. Verdampt eene vloeistof zonder warmtetoevoer van buiten, dan moet ze de voor de dampvorming noodige warmte aan zich zelve of aan haren naasten omtrek ontleenen; er wordt warmte gebonden en er ontstaat afkoeling. De warmte wordt echter weder vrij, zoodra de damp zich tot vloeistof verdigt.

< >