David Mil, ook Mill en Millin geheeten, een verdienstelijk beoefenaar der Oostersche talen, werd geboren te Königsberg in 1692, was in 1717 hulpprediker in de Hoogduitsche kerk te Leiden en zag zich reeds vóór zijn 26ste jaar benoemd tot hoogleeraar in de Oostersche talen te Utrecht. Hij aanvaardde die betrekking den 21sten Maart 1718 met eene redevoering: „De Mohamedanismo e veteribus Ebraeorum scriptis magna ex parte composito.” Een beroep naar Leiden wees hij van de hand, en overleed te Utrecht den 22sten Mei 1756. Van zijne geschriften vermelden wij: „Dissertationes selectae (1726; 2de druk 1746)”, — „Vetus Testamentum ex versione LXX interpretum secundum exemplar Vaticanum (1722, 2 dln)”, — „Catalecta Rabbinica (1721)”, — en „Miscellanea sacra (1753)”.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
