Aubin Louis Millin, een verdienstelijk Fransch oudheidkundige, geboren te Parijs den 19den Julij 1759, studeerde in de oude en nieuwe letteren, alsmede in de natuurkunde en zag zich weldra geplaatst bij de Bibliotheek. Hoewel hij gedurende de Omwenteling den „Almanac républicain” voor 1793 en dergelijke republikeinsche geschriften uitgaf, moest hij toch een jaar in de gevangenis doorbrengen, en werd daarna achtervolgens chef de bureau bij het departement van Onderwijs, hoogleeraar in de geschiedenis aan de centraalschool van het Seine-departement, hoogleeraar in de oudheidkunde te Parijs, lid der Académie des Inscriptions en conservator der munten en penningen in de Nationale Boekerij. Ten tijde van het eerste Keizerrijk reisde hij in 1807 in het zuiden van Frankrijk en in 1811—1813 in Italië, en overleed te Parijs den 14den Augustus 1818.
Hij is de stichter van het: „Magasin encyclopédique (1795—1816, 122 dln)”, — en van de „Annales encyclopédiques (1817—1818, 12 dln)”, — en de schrijver van de „Dictionnaire des beaux arts (1806, 3 dln)” en van de „Monuments antiques inédits (1802—1804, 2 dln)”. Voorts schreef hij: „Antiquités nationales (1790—1798, 5 dln)”, — „Introduction à l’étude des médailles (1796)”,— „Peintures des vases antiques (1808—1810, 2 dln)”, — „Galerie mythologique (1811, 2 dln)”, — „Voyage dans les départements du midi de la France (1807—1811, 5 dln)”, — en „Histoire métallique de la révolution française (1806)”, voortgezet door Millingen.