Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Mes

betekenis & definitie

Mes (Een) is een werktuig, waarvan men zich bedient om te snijden, om harde of taaije stoffen in deelen te splitsen. Het eigenlijke mes, het lemmet genaamd, wordt van staal vervaardigd door de gewone handgrepen van het smeden. Het uiteinde eener staalstaaf wordt in roodgloeihitte breed en puntig uitgesmeed naar den eisch der gedaante van een mes. Men geeft daarbij aan den rug de noodige zwaarte, doch de snede wordt alsdan nog niet scherp.

Daarna scheidt men door afkapping het lemmet van de staaf, doch men laat aan eerstgenoemde een gedeelte zitten, groot genoeg om den angel of bij knipmessen de veering of den hiel te vormen. Het afwerken hiervan geschiedt in de tweede verhitting. De angel is vierkant en puntig of plat en breed; hij dient om het lemmet aan een heft te bevestigen. Vele messen hebben tusschen het lemmet en den angel eene stootplaat, die door zetting op het aanbeeld wordt aangebragt. In het lemmet wordt veelal de naam van den fabrikant of het merk der fabriek gedreven.

Nadat voorts de lemmeten door afvijlen en slijpen blank geworden zijn, hardt men ze door ze roodgloeijend in water te dompelen. Indien zij hierbij getrokken zijn, brengt men ze door voorzigtig kloppen met den hamer op het aanbeeld weder te regt. Daarna volgt het slijpen op rondloopende, natte slijpsteenen, dan het smergelen op schijven van hard hout, dan het polijsten op eene met leder bekleede schijf en eindelijk het aanzetten of wetten van de snede. Op dergelijke wijze, maar met groote zorg voor de hardheid van het staal en voor de fijnheid der snede worden ook de scheermessen vervaardigd. Groote messenfabrieken heeft men vooral in Engeland en in België.

< >