Synoniem van mes

mes - werktuig om mee te snijden. Een dolkmes of dolk is spits en tweesnijdend. Het lemmet van een knipmes kan worden omgeknipt en sluit dan in het heft; in knipmes dat in de zak kan worden gedragen noem je een zakmes. Het lemmet van een stiletto is zeer scherp; door drukken op een veer schiet het uit het handvat. Het kapmes of hakmes is breed en is bedoeld om mee te hakken; het kan een junglemes zijn, een groot kapmes voor gebruik in de jungle. Een machete is groot en gebogen en wordt als wapen of kapmes gebruikt. Chirurgen opereren met een scherp operatiemes; als het een niet-beweegbaar heft heeft, heet het een scalpel, maar het heft van een bistouri is wel beweegbaar. Een lancet snijdt aan twee kanten. Ontleedmessen worden bij het ontleden gebruikt. Drukkers strijken met een rakel drukinkt van de niet-drukkende delen van een drukcilinder af. Slagers snijden vlees in grote stukken met een vleesmes of voorsnijmes.

Zie: stootwapen.

mes - zelfstandig naamwoord

1. voorwerp om mee te snijden
♢we eten met vork en mes
1. ze zetten het mes in de uitgaven
[ze bezuinigen]
2. we zetten hem het mes op de keel
[dwingen hem]
3. hij gaat onder het mes
[moet een operatie ondergaan]
4. het mes snijdt aan twee kanten
[het levert op twee manieren voordeel op]
5. hem het mes op de keel zetten
[hem ergens toe dwingen]
6. het zijn niet allen koks die lange messen dragen
[uiterlijk vertoon bewijst nog niet dat iemand geschikt is]
7. nieuwe messen snijden scherp
[als iemand pas benoemd is, doet hij nog erg zijn best]
8. onderhandelen met het mes op tafel
[zonder bereid te zijn om iets toe te geven]
9. het mes zetten in de begroting
[erop bezuinigen]

Zelfstandig naamwoord: mes
het mes
de messen
het mesje