Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zwaarte

betekenis & definitie

Zwaarte is de neiging der ligchamen om ter aarde te vallen. Deze openbaart zich door den werkelijken val of door drukking op het daaronder geplaatste voorwerp. Aan die drukking geeft men den naam van gewigt (zie aldaar). De zwaarte is een bijzonder geval van de algemeene aantrekking (gravitatie, zie aldaar), waardoor ieder massadeeltje op ieder ander werkt in de regtstreeksche verhouding der massa’s en in de omgekeerde verhouding van de vierkanten der afstanden.

Volgens deze wet wordt door de nagenoeg bolvormige Aarde elk buiten haar aanwezig ligchaam aangetrokken en wél zoodanig alsof de geheele massa der Aarde in haar middelpunt vereenigd was. De zwaartekracht, zooals men gewoonlijk deze aantrekking noemt, werkt derhalve overal in de rigting van het middelpunt der Aarde (loodregt of verticaal) en staat alzoo loodregt op de ideale oppervlakte der Aarde, voorgesteld door eene volkomen effene zee. Van de oppervlakte der Aarde af vermindert de zwaartekracht zoowel in de diepte als in de hoogte; in de diepte toch is zij eenvenredig aan den afstand van het middelpunt der Aarde en in de hoogte staat zij in omgekeerde verhouding van de vierkanten der afstanden van dat middelpunt. Intusschen is de zwaarte op de oppervlakte der Aarde niet overal gelijk, maar zij vermindert van de polen naar den Evenaar. Hare intensiteit wordt gemeten door de snelheid, welke zij gedurende eene seconde aan een vrij vallend ligchaam mededeelt.

Deze bedraagt op grond der waarnemingen van den slinger door Sabine aan de pool 9,83089 Ned. el en op den Evenaar 9,78009 Ned. el. De oorzaak van deze vermindering ligt gedeeltelijk in de door de omwenteling der Aarde ontstaande centrifugaalkracht, die voor elke plaats evenredig is aan den straal van haar parallelcirkel, — en deze is het grootst bij den Evenaar en =0 bij de polen. Was de Aarde een volkomen bol, dan zou de zwaarte bij den Evenaar wegens de centrifugaalkracht slechts 0,03368 Ned. el kleiner zijn dan aan de polen. Dat die vermindering echter 0,05080 Ned. el bedraagt, moet worden toegeschreven aan de afplatting onzer planeet aan de polen, zoodat deze digter bij het middelpunt der Aarde liggen dan de plaatsen van den Evenaar. Uit dat verschil heeft men volgens eene formule van Clairaut de afplatting berekend op 1/292 van de middellijn der Aarde, hetgeen vrij wel overeenstemt met de uitkomst der opmetingen.