Melastomaceën is de naam eener plantenfamilie, die zich onderscheidt door de volgende kenmerken: De kelkbuis is met den eijerstok door verlengsels verbonden en vormt daarmede 8—12 holten. De kelkzoom is 5-, doch ook wel 4- of 6-deelig, zelden alleen getand of geheel gaaf. De bloembladen, zoo talrijk als de kelkslippen, staan in de keel op een ring en zijn dikwijls getand. De meeldraden zijn aanwezig in de dubbele, zelden in gelijke hoeveelheid der bloembladen.
De eijerstok is 2—8-, doch meestal 4—5-hokkig, en de stamper draagt een onverdeelden stem pel. De vrucht is veelhokkig en veélzadig; zij is eene met den kelk zaamgegroeide bes of eene van dezen gescheidene, bij hokken openspringende zaaddoos. De zaden zijn klein en hebben geen kiemwit. Deze familie omvat in het algemeen boomen en heesters, slechts weinig kruiden, met tegenoverstaande, zelden kransvormige, niet dikwijls gekerfde of getande, 3—9-nervige, door evenwijdige dwars-aders in vakken verdeelde bladeren, zonder steunbladen, en tweeslachtige, regelmatige, eindstandige, aarvormige beschermen vormende bloemen. De vruchten der besdragende soorten zijn eetbaar; sommige soorten leveren verfstoffen, andere geneesmiddelen. Men vindt er vooral in Zuid-Amerika.