Wat is de betekenis van zelden?

2025-07-14
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zelden

I. bw., slechts een enkele keer, bij uitzondering, zeer weinig: ik ga zelden uit; II. bn., (dicht.) zeldzaam : in zeldene liefde ; elke zeldener keer (A. Roland Holst).

2025-07-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zelden

zelden - Bijwoord 1. bijzonder weinig voorkomend Hij heeft zelden aan deze zaak aandacht besteed. Antoniemen dikwijls, vaak

2025-07-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zelden

zelden - bijwoord uitspraak: zel-den 1. bijna nooit ♢ ik kom zelden in de stad Bijwoord: zel-den Synoniemen sporadisch Tegenstellingen dikwijls, frequent, meermaals, meermalen, menigmaal, regelmatig, vaak, veel, veelvuldig

2025-07-14
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zelden

adv., selde(n), sel(d)sum, komselden, inkeldris.

2025-07-14
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-14
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zelden

bw. (niet dikwijls): ik spreek hem zelden.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-14
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zelden

bw. niet dikwijls: ik zie hem -; - of nooit, zogoed als nooit. ➝ spoed, waarheid. Syn. soms.