Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Meiwormkevers

betekenis & definitie

Meiwormkevers (Meloïdae) is de naam eener insectenfamiiie van de orde der Schildvleugeligen (Coleoptera) en van de groep der Ongelijkledigen (Heteromera). Zij hebben klaauwen tot den wortel gespleten en daardoor schijnbaar 4 klaauwen aan eiken poot, een kop, die meestal dikker is dan het halsschild en zachte, veelal zeer korte dekschilden. Van de soorten noemen wij de Spaansche vlieg (Lytta vesicatoria), die als blaartrekkend middel gebruikt wordt, en den blaauwen meiworm (Meloë proscarabaeus L., zie bijgaande figuur), een dikke, plompe, staalblaauwe kever, dien men in de Meimaand langs wegen en hagen en in het gras dikwijls aantreft. Zijne korte vleugelschilden dekken slechts de eerste ringen van het achterlijf, — de vleugels ontbreken, — en de sprieten zijn parelsnoervormig.

Raakt men dezen langzaam kruipenden kever aan, dan ontlaat hij uit alle ligchaamsdeelen een scherp, bijtend, blaartrekkend vocht, dat op gele olie gelijkt en op de huid en de kleederen moeijelijk weg te wisschen vlekken veroorzaakt. De larven zijn zeer levendig, gelijken op mieren, hebben 3 klaauwen aan de pooten en houden in het voorjaar haar verblijf op bloemen, waar zij bijen en vliegen overrompelen. Zij zijn hier en daar bekend onder den naam van zwarte bijenluizen.

Dat deze meiworm een afdoend middel tegen watervrees zou wezen, is niet door de ervaring bevestigd.

< >