Mejillones, eene havenplaats in de Stille Zee aan de zuidelijke grenzen der republiek Bolivia op 24° Z. B., behoorde geruimen tijd tot een gebied, waarop zoowel Bolivia als Chili aanspraak maakte. Nadat in 1862 door de bewoners van Chili de guano-lagen ontdekt waren, haastte zich de regéring van dat land deze lagen in bezit te nemen en maakte den 26sten December 1863 eene wet openbaar over hare ontginning. Tevens werd de haven van Mejillones als hoofdhaven aangewezen voor den uitvoer van guano. Bij de bepaling der grens tusschen Chili en Bolivia (10 Augustus 1866) werd wijders de 24ste breedtegraad als zoodanig vastgesteld, weshalve de voornaamste guano-ligplaats ten deel viel aan Bolivia.
Intusschen hebben de regéringen van die beide landen eene overeenkomst gesloten, om de opbrengst der guano-lagen onderling gelijk te verdeelen. Bolivia heeft tegelijkertijd de verpligting op zich genomen, om de haven voor de schepen van alle natiën te openen en haar van een tolhuis te voorzien, waar desgelijks voor Chili een paar ambtenaren aanwezig zijn. De guano-laag bevindt zich op eene rotsvlakte, die zich ter hoogte van 250 Ned. el boven de baai van Mejillones verheft. Zij heeft er hier en daar eene dikte van 12 Ned. el, en men schat de hoeveelheid op 2 tot 4 millioen scheepston. Deze guano is niet zoo goed als die der Chincha-eilanden; zij komt in deugd met die van Bolivia overeen.