Mazeppa (Johan), in het Russisch Iwan Stephanowitsj Masepa, een vermaard hetman der Kozakken, geboren omstreeks het jaar 1645, was volgens sommigen uit Podolië, volgens anderen uit Klein-Rusland afkomstig. Als page bij den Poolschen koning Johan Casimir verwierf hij velerlei nuttige kennis, en een ongeval werd de grondslag zijner latere grootheid. Een Poolsch edelman, Falibowski genaamd, vond hem in ongeoorloofde verstandhouding met zijne echtgenoote, zoodat hij, in woede ontstoken, Maseppa geheel ontkleed op zijn eigen paard deed binden en hem alzoo prijs gaf aan het toeval.
Het paard bragt zijn meester in ellendigen toestand op diens afgelegen landgoed, waarna Mazeppa Polen verliet en zich in 1663 naar de Ukraine begaf. Hier was hij eerlang door zijne kracht en behendigheid in groot aanzien bij de Kozakken, en hij zag er zich benoemd tot secretaris en adjudant van den hetman Samoilowitsj, wiens opvolger hij werd in 1687.
Ook genoot hij het vertrouwen van Peter de Groote, die hem met eerbewijzen overlaadde. Naauwelijks echter was hij tot vorst van de Ukraine verheven, toen de gedachte bij hem oprees, om zich onafhankelijk te maken. Na den Vrede van Altranstadt zocht hij te naderen tot Karel XII, koning van Zweden, ten einde zich aan de opperheerschappij van den Czaar te onttrekken en de Ukraine onder zekere voorwaarden aan Polen toe te voegen. Deze en andere listen werden in 1708 aan Peter de Groote medegedeeld, doch deze sloeg hieraan geen geloof en zond de aanklagers zelfs naar den Hetman, die hen aanstonds liet ter dood brengen. Toen evenwel de Keizer tot andere gedachten kwam, deed hij vele aanhangers van Mazeppa gevangen nemen en teregt stellen en hem zelven in beeldtenis ophangen. Met een klein aantal getrouwen wendde Mazeppa zich nu tot Karel XII en had schuld aan diens noodlottigen togt in de Ukraine. Na de nederlaag bij Poeltawa, nam hij de vlugt naar Bender, waar hij zich in 1709 door vergif om het leven bragt. Mazeppa is de held van een fraai gedicht van Byron, van een roman van Boelgarin, en van een drama van Gottschall. Ook heeft Horace Vernet aan zijne geschiedenis de stof ontleend voor twee schilderijen.