Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Mark

betekenis & definitie

Mark is in de eerste plaats eene gewigtshoeveelheid van ongeveer 245 Ned. wigtjes. De waarde van een mark is evenwel verschillend. Het Amsterdamsch pond (0,49409 Ned. pond) was verdeeld in 2 mark, het mark in 12 ons en het ons in 8 drachma’s, — en het Parijsch pond (0,489506 Ned. pond) in 2 mark, het mark in 8 ons, het ons in 8 gros, het gros in 3 deniers en het denier in 24 grein.

Het mark trooisch, dat voor goud en edelgesteenten gebezigd wordt, is gelijk aan 0,24608389 Ned. pond. Als gewigt voor edelgesteenten houdt het mark 1200 karaat, en het karaat 64 grein, doch ter bepaling van het goudgehalte telt het mark 24 karaat, en dit laatste 24 grein, terwijl eindelijk voor het zilver het mark 12 penningen heeft, en de penning 24 grein. Het zuiver metaal wordt in karaten opgegeven.

Voorts vervult de mark eene belangrijke rol in het Duitsche muntstelsel, en ook thans is hij daarvan de grondslag volgens de wet van 4 December 1871. Hij bevat 10 grosschen, elk van 10 penningen, en er worden goudstukken gemunt van 20 mark, van welke een aantal van 69¾de begrepen zijn in een ½ Ned. pond fijn goud. In den thaler heeft men 3 mark, en er zijn ook goudstukken van 10 en van 5 mark. Eerstgemelde goudstukken hebben dezelfde waarde als 5 gulden en 50 kreutzer ZuidDuitsche munt.

In Hamburg, Lübeck, Holstein en Sleeswijk rekende men voorheen met den markcourant en in Hamburg en Altona in den groothandel met den mark-banco; de eerste was gelijk aan 1,20 en de tweede aan 1,513 Duitschen mark (10 silbergroschen).

Mark (De), een voormalig graafschap in Westfalen, met Hamm als hoofdstad, was 45 O geogr. mijl groot. Het was verdeeld in het vruchtbare Heilweg in het noorden en het bergachtige Sauerland in het zuiden. De Ruhr besproeide er den bodem en de inwoners, meerendeels Protestanten, hielden zich vooral bezig met den landbouw en met het delven van steenkolen en ijzererts. In 1666 verviel het voor goed aan Brandenburg en tegenwoordig is het een gedeelte van het Pruissische district Arnsberg.