Wat is de betekenis van Mark?

Verkorting van Marcus. Het kan eventueel ook een eenstammige verkorting zijn van een Germaanse naam met mark- (vergelijk Markward) of een vleivorm van Marre.

Mark - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam, afgeleid van Marcus Mark - Eigennaam 1. (toponiem: rivier) rivier in de provincies Antwerpen en Noord-Brabant ♢ De Mark vormt voor een deel de grens tussen België en Nederland. 2. (toponiem: rivier) zijrivier van de Dender in...

mark - zelfstandig naamwoord 1. munteenheid van Duitsland en Finland tot 1 januari 2001 ♢op 1 januari 2001 ruilden Duitsland en Finland de mark in voor de euro 2. muntstuk ter waarde van een mark ♢ik heb nog...

mark - Munt van Bosnië-Hercegovina. Voormalige munt van Duitsland.

Eng. zie merk.

[Du. Mark, ODu. marka, OFr. marche, uiteindelijk van Lat. margo = rand, vgl. marge] landsdeel aan grens van een rijk.

Mark [Lat. marca, grens]. 1. Speciale bestuurseenheden aan (bedreigde) grenzen in het → Frankische Rijk, met aan het hoofd een markgraaf of een markies. 2. De gemene gronden die aan de → buurschap behoorden, bestaande uit niet in cultuur gebrachte moerassen, bossen, heidegronden enzovoort. Tevens de aanduiding van de personen die gerechtigd waren d...

Duitse munt gewichtseenheid voor goud en zilver (ca. 246 gram); gewichtseenheid voor edelstenen (1200 karaat)

rivier in Brabant, waaraan Breda zijn ontstaan dankt en die een grote bijdrage heeft geleverd in de ontwikkeling van dit gewest; oudere namen voor de rivier zijn Marck, Merck, Mercke en Marcq. De oorsprong van de Mark ligt bij het gehucht Koekoek onder Merksplas in België; via Merksplas gaat de Mark naar Wortel, waar de Zuidermark en de Mark s...