Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Macdonald

betekenis & definitie

Macdonald (Etienne Jacques Joseph Alexandre), hertog van Tarente, maarschalk en pair van Frankrijk, werd geboren den 17den November 1765 te Sancerre in het departement Cher. Zijn vader, uit een Schotsch-Hooglandschen clan gesproten, had in 1745 in den slag bij Culloden voor den pretendent Karel Eduard gestreden en was vervolgens als Jacobiet uitgeweken naar Frankrijk. Macdonald werd luitenant bij het Iersche regiment Dillon en in 1784 bij het legioen Maillebois, hetwelk de Patriotten in Nederland ondersteunen zou. Na de ontbinding van dit legioen werd hij bij de linietroepen geplaatst, schaarde zich aan de zijde der Revolutie, streed als kolonel bij Jemappes, werd weldra brigade-generaal en zag zich in 1795 onder Pichegru tot divisie-generaal bevorderd.

In 1798 voerde hij het opperbevel in Italië, maar toen generaal Mack met 50000 Napolitanen naderde, trok hij terug naar het leger van den opperbevelhebber Championnet en nam deel aan de krijgsverrigtingen van dezen. Weldra echter had hij ongenoegen met Championnet en nam zijn ontslag, maar toen laatstgemelde van zijne waardigheid werd ontzet, verkreeg Macdonald in 1799 het bevelhebberschap te Napels. De tegenspoed van Scherer noodzaakte hem echter het land te verlaten. Daarna bragt hij den 12den Junij 1799 de Oostenrijkers bij Módena aan het wijken, maar werd den 18den en 19den daaraanvolgende aan de Trebbia, niet ver van Piacenza, door de Oostenrijksch-Russische overmagt geslagen. Slechts onder de hoede van Moreau was het hem mogelijk de overblijfselen van zijne armee te redden. Met wonden overdekt, verliet hij daarna het leger, werd kommandant van Versailles en verleende aan Bonaparte een klachtigen steun bij de revolutie van 18 Brumaire. Deze schonk hem dan ook bij het openen van den veldtogt van 1800 het kommando over een reservekorps, waarmede hij over den Spliigen in Valtellino trok. De wapenstilstand van Treviso maakte echter een einde aan deze stoute onderneming.

Na den Vrede van Luneville vertrok Macdonald als Fransch gezant naar Denemarken, doch na zijn terugkeer viel hij in ongenade bij Bonaparte, omdat hij in het regtsgeding van Moreau moedig de zijde van dezen koos. Eerst in 1809 werd hij weder naar Italië gezonden, waar hij met den regter vleugel van koning Eugène over de Piave trok en Laibach veroverde. De uitstekende diensten, welke hij in den slag bij Wagram bewees, bezorgden hem den maarschalksstaf en hij werd hertog van Tarente. Als plaatsvervanger van Augereau belastte hij zich in 1810 met het bevel over het 7de armeekorps in Spanje, waarna hij, vereenigd met Suchet, de Spanjaarden bij Cervera sloeg. In den Russischen veldtogt (1812) voerde hij bevel over het 10de armeekorps, waarmede hij naar Riga oprukte. Tot zijne troepen behoorden de Pruissen onder York, welke op den terugtogt hem verlieten. Met het nieuw-gevormde leger woonde hij in 1813 de veldslagen bij Lützen en Bautzen bij, voerde na den wapenstilstand bevel over het 11de armeekorps en werd aan de Katzbach door Blücher geslagen. In den volkerenslag bij Leipzig streed hij in het centrum, dekte den aftogt en redde zich, nadat de brug over de Elster in de lucht gevlogen was, met zwemmen.

In den veldtogt van 1814 deed hij wanhopige pogingen om het gezag van Napoleon te handhaven; doch na de capitulatie van Parijs gaf hij aan laatstgenoemde den raad om afstand te doen van den troon, waartoe hij onderhandelde met keizer Alexander. Dientengevolge benoemden de Bourbons hem tot pair en belastten hem met het opperbevel over de 21ste militaire divisie. Na den terugkeer van Napoleon bevond zich Macdonald aan het hoofd van het leger, door den hertog van Angoulême gekommandeerd en bestemd om den voormaligen Keizer den weg naar Parijs af te snijden. Nadat al zijne troepen de zijde van Napoleon gekozen hadden, vergezelde hij Lodewijk XVIII op zijne vlugt, en na zijn terugkeer in Frankrijk wees hij gedurende de Honderd Dagen elke waardigheid van de hand. Na de tweede Restauratie zag hij zich door den Koning belast met de afdanking van het Loire-leger. In 1816 werd hij kanselier van het Legioen van Eer, en in 1819 generaal-majoor der garde. Hoewel met allerlei eerbewijzen overladen, verdedigde hij in de Kamer der Pairs de beginselen der constitutionéle vrijheid. Onder den last des ouderdoms gebogen, verwijderde hij zich na de Julij-omwenteling van 1830 van alle openbare bedieningen en begaf zich naar zijn kasteel Courcelles bij Guise, waar hij den 25sten September 1840 overleed.

< >