Macedo (Joacquim Manoël de), een beroemd Braziliaansch dichter, geboren den 24sten Junij 1820 te San Joao de Itaborahy in de provincie Rio de Janeiro, studeerde te Rio de Janeiro in de geneeskunde, verwierf den doctorsgraad en werd vervolgens hoogleeraar in de vaderlandsche geschiedenis. In 1854 werd hij afgevaardigde naar de Braziliaansche Kamer en later vice-president van het Historisch-Geograpbisch Instituut. Hij heeft zich intusschen meer bekend gemaakt als dichter en romanschrijver. Reeds op zijn 18de jaar leverde hij den roman: „O forasteiro”, die eerst in 1855 in het licht verscheen.
Twee andere romans: „Moreninha (1844 en 1849)” en „O moço louro (1845; 2de druk 1854, 2 dln)” vonden ongemeenen bijval. Voorts dichtte hij onderscheidene blijspelen en het treurspel: „Cobé”. Vele van zijne lierdichten werden in tijdschriften geplaatst; zijn episch-lyrisch gedicht: „A Nebulosa”, dat in zijne 6 zangen prachtige beschrijvingen bevat, baarde groot opzien, en „Vincentina (3 dln)”, een roman, beleefde in 1859 een 2de druk.