Lyell

betekenis & definitie

Lyell (Charles), een uitstekend Engelsch geoloog en de zoon van den verdienstelijken kruidkundige Charles Lyell (f 1849), naar wien R. Rrown een plantengeslacht met den naam Lyellia bestempeld heeft, werd geboren den 14d<™ November 1797 te Kinnardy in Forfarshire en wpdde zich te Oxford aan de regtsgeleerdheid, terwijl hjj zich tevens bezig hield met de natuurkundige wetenschappen, inzonderheid met de geologie. Na het voleindigen zpner studiën beoefende hp de praetpk der regtsgeleerdheid, maar bepaalde zich weldra uitsluitend bjj de aardkunde, vestigde zich te Londen, werd er een ijverig lid van het geologisch genootschap en zag zich eindelijk in 1831 benoemd tot hoogleeraar in de geologie aan King’s Collége. Daarna deed hjj reizen door Duitschland, Frankrijk en Italië, schreef opstellen in de „Transaetions of the geological Society” en in de „Annales des Sciences naturelles”, en zond toen zijne „Principles of geology (1830—1833, 3 dln; 9

Wél kwamen Conyheare, Sedgwick en anderen daartegen in verzet, maar zij konden hem de verdienste niet ontrooven, dat hij een stelselmatig werk had geleverd. Voorts schreef' hjj: „Elements of geology (1839; 6de druk 1865)’’, en volbragt in 1841—1842 eene reis naar Amerika, waar hjj in de voornaamste steden der Vereenigde Staten voorlezingen hield over geologie, zooals wij beschreven vinden in zijne: „Travels in North America with geological observations (1845, 2 dln)”. Omtrent eene tweede reis (1845—1846) heeft hij een en ander medegedeeld in zijn boek: „A second visit to the United States (1849, 2 dln; 3de druk 1855)’’. In het najaar van 1852 begaf hjj zich nogmaals derwaarts, doch keerde weldra terug en werd lid der commissie, die op last van de Britsche Eegéring de opening bij woonde van de Tentoonstelling te New-York in 1853. Groote belangstelling wekten voorts zijne: Geological evidences of the antiquity of man (3de druk, 1863)”, waarin hjj de aanwezigheid van overblijfselen van menschen aanwees in aardlagen, die veel ouder waren dan 6000 jaren. In 1864 werd hjj verheven tot baronet. Gok vermelden wij nog, dat hjj tot afwisseling van meer wetenschappelijken arbeid de lierdichten van Dante in het Engelsch heeft ove/gebragt. Hjj overleed te Londen den 23®ten Februarjj 1875.