Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Luipaard

betekenis & definitie

Luipaard (Felis Pardus, zie bijgaande afbeelding), is de naam van een roofdier, hetwelk tot het geslacht der katten en wel tot de groep der gevlekte katten behoort. Geheel Afrika, van het Atlasgebergte tot aan de Kaap de Goede Hoop, en geheel Azië van Syrië tot Japan en van Siberië tot aan de Soenda-eilanden strekken tot woonplaats aan deze groote katten, die zich door een slank ligchaam, een kleinen, ronden kop met groote oogen, lange beenen en een langen staart onderscheiden. De kleur is zeer verschillend bij geljjken ligchaamsbouw. De groote Afrikaansche luipaarden hebben meestal op den rug eene lieht-gele en onder den buik eene witte grondkleur, terwjjl de Aziatische panthers in het algemeen donkerder zjjn, zoodat er op de Soenda-eilanden zelfs zwartharige voorkomen.

De steeds donkere, meestal zwarte vlekken zijn op den kop, aan de pooten en midden op den rug enkelvoudig, maar aan de zijden ringvormig, zoodat verschillend geschakeerde ringen een bruin veld omsluiten. De ringen van den staart zjjn steeds zwart. Van aard komt de luipaard overeen met de katten in het algemeen. Hij is een lafhartige roover, die des nachts op buit loert. Dan klautert hjj behendig op een boom, die zich nab|j weiden of drinkplaatsen verheft, en legt zich in gedoken houding neder op een tak.

Hjj jaagt niet, maar waagt eenige stoute sprongen, en als deze mislukken, druipt hij af. Alleen in uitgehongerden toestand valt hjj den mensch aan, maar als hjj gewond is, strjjdt hjj met woede tegen honden en jagers. Men vangt hem, evenals leeuwen en tjjgeis, in kuilen en met strikken en ook wel met honden in het open veld; zjjn vel wordt voor vloerkleedjes gebezigd. Een jongen luipaard kan men even gemakkelijk tam maken als eene kat, en men vindt hem als huisdier bjj vele aanzienlijken in Azië; doch als hjj volwassen is, komt de tygeraard bjj de eerste gelegenheid aan den dag. Zooals wjj reeds te kennen gaven, bestaat tusschen den luipaard en den panther eigenlijk geen soortelijk verschil ; hetzelfde dier draagt in Afrika eerstgenoemden en in Azië laatstgenoemden naam.

In de dierententen vertoont men vaak onder den naam van luipaard of panther den jaguar (F. Onca), die veel grooter wordt en zich daarenboven onderscheidt door een grooteren Ook de macaraya (F. mitis) uit de wouden van Paraguay , de océlot (F. pardalis) uit Brazilië en Mexico, en een panther (F. macroscelis) van de Soenda-eilanden worden wel eens als luipaards of als verscheidenheden van den luipaard vertoond, maar zjj zjjn veel kleiner.

< >