Luchtpomp (Eene) is een door Otto van Ouericke uitgevonden toestel om in eene ruimte de lucht te verdunnen. Zij bestaat — zie fig. 1 — uit een cylinder, die, als de klep B ge opend is, door de buis B in gemeenschap staat met den ontvanger (recipiënt) of de ter linkerhand geplaatste glazen stolp (klok), luchtdigt op eene koperen plaat gezet. In genoemden cylinder kan een luchtdigt sluitende zuiger op en neêr bewogen worden, en de daarin aanwezige klep A, evenals de klep B naar boven opengaande, geeft gelegenheid aan de lucht, die zich tusschen A en B bevindt, te ontsnappen. Drukt men den zuiger naar beneden, dan gaat door de persing der lucht de klep B digt en de klep\A open, maar trekt men den zuiger naar boven, dan gaat de klep A digt door de drukking der buitenlucht, die zich naar de luchtledige plek beneden A wil spoeden, en de klep B open door de lucht van den ontvanger, welke zich derwaarts begeeft.
Alzoo verliest de ontvanger bp elke zuigerophaling eene zekere hoeveelheid lucht, welke hij niet terugkrijgt, en het is duidelijk, dat men op deze wijze de lucht in den ontvanger allengs ijler kan maken, zonder evenwel ooit een volkomen luchtledig te doen ontstaan. Weldra toch wordt de ijlheid der lucht in den ontvanger zoo groot, dat zij geene kracht genoeg heeft om de klep B op te ligten, weshalve men deze later door eene kraan of door een kegelvonnigen stop vervangen heeft. Daarenboven blijft tusschen den bodem van den cylinder en den zuiger altfld eene ruimte, die den naam van schadelijke ruimte draagtVeelal gebruikt men de duhbelwerkende luchtpomp (Fig. 2) met 2 cylinders en evenzoovele zuigers {AC en BD), die bij beurten op de cylinderbodems (ö en E) afdalen. Men aanschouwt den vollen toestel met de plaat voor den ontvanger in fig. 3. Aan deze plaat is de verklikker bevestigd, namelijk eene van alle kanten geslotene buis, die gemeenschap heeft met den ontvanger. In die buis bevindt zich een barometer, waarop men de verminderde spanning der lucht in den recipiënt kan waarnemen. — In fig. 4 ziet men de luchtpomp van Bianchi, eene duhbelwerkende met slechts één cylinder. Het kanaal bij F is door eene kaoetsjoekbuis verbonden met den ontvanger, die in den geteekenden stand der door eene stang gekoppelde kegelvormige kleppen B en C alleen gemeenschap heeft met de ruimte van den cylinder boven den zuiger. Daalt deze, dan dringt de lucht beneden den zuiger door de klep A en de holle zuigerstang naar buiten, terwijl de ruimte boven den zuiger grooter wordt, en lucht uit den ontvanger opzuigt.
Zoodra echter de zuiger opgetrokken wordt, neemt hij de stang CD mede, zoodat terstond daarop de gemeenschap met den ontvanger bij C verbroken, maar bij B geopend is. Bjj het verder rjjzen van den zuiger wordt de lucht boven den zuiger door klep D naar buiten gedreven, terwijl nu de ruimte onder den zuiger gevuld wordt met lucht uit den recipiënt.
In flg. 5 ziet men, hoe de open neergaande zuigerbeweging verkregen wordt door het ronddraajjen van de kruk Hf. De cylinder (? heeft hierbij eene schommelende beweging, door de omwenteling der tap JL voortgebragt. Plaatst men de kleppen van de luchtpomp zóó, dat zij naar de andere zijde opengaan, perspomp.