Lotto noemt men een hazardspel, daarin bestaande, dat iemand uit de getallen 1 tot 90 één of meer (op het meest 5) kiest en dan, onder betaling van eene zekere geldsom, wedt, dat zijn getal of zijne getallen bij de eerste trekking zullen uitkomen, Het lotto werd te Genua uitgevonden en draagt daarom de naam van lotto di Genua. Men zegt, dat het ontstaan is ter aanvulling van den Grooten Raad; dan werden 90 namen van uitstekende burgers in eene bus gedaan en daaruit 5 getrokken. Men hield dan weddingschappen over die 5 namen. Men veranderde voorts de namen in getallen en het lottospel was gereed.
Twee, drie, vier en vijf nommers droegen de namen van ambe, terne, quaterne en quinterne. Werd het gekozen nommer getrokken, dan ontving men een veelvoud van den inleg. Intusschen ontvangen de gezamenlijke inleggers veel minder — doorgaans slechts twee derde — terug dan den gezamenlijken inleg. Het lottospel werkt nog veel verderfelijker dan de gewone loterij, omdat het nog meer onder het bereik komt van het algemeen. Trouwens de ondervinding heeft geleerd, dat in die landen, waar het lottospel nog in zwang is, niet te roemen valt op welvaart en beschaving.