Lischbloem (Iris) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Irideën.
Het onderscheidt zich door een bloemkroonachtig, aan den voet buisvormig en naar boven in 6 slippen verdeeld bloemdek, een in 3 bloembladachtige, uitgespreide slippen verdeelden stempel, welke de meeldraden bedekken, en eene 3- of 6-hokkige zaaddoos, welke met 3 kleppen openspringt en groote, vlakke, gerande zaden bevat. Van de soorten vermelden wij: De gele lischbloem (I. pseudacorus L.), ook pinksterbloem, eijerbloem enz. geheeten, van Mei tot Junij aan de waterkanten en in moerassen ook bij ons te vinden. Men herkent haar gemakkelijk aan hare zwaardvormige, lange bladeren en fraaije gele bloemen. De wortelstok van deze plant heeft geen geur, maar een zamentrekkenden smaak en was te voren in de apotheek aanwezig. Men zegt, dat hij dikwijls met kalmuswortel verwisseld wordt. Voorts noemen wij de stinkende lischbloem (I. foetidissima L.), met een éénkantigen stengel, een 3-kantig vruchtbeginsel en donker groene, stinkende bladeren, — I. germanica L. met blaauwachtig-groene bladeren en donker-paarse bloemen, wier wortelstok in gedroogden toestand eenigzins naar viooltjes riekt, — en I. florentina L. met eerst melkblaauwe, daarna geheel witte bloemen en een geurigen wortelstok.
