Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Iris

betekenis & definitie

Iris of de Regenboog, de dochter van Thaumas en Electra (eene dochter van Oceanus en Tethys), de zuster der Harijijen, eene maagdelijke godin, is volgens de Grieksche fabelleer, met Hermes (Mercurius) als mannelijken bode, de godin van de goden, inzonderheid van Zeus (Jupiter) en Here (Juno). Zij geleidt de zielen der afgestorvene vrouwen naar de Onderwereld. Reeds bij Homérus is zij een mythisch persoon.

Zij wordt voorgesteld als eene schoone, gevleugelde maagd met een herautenstaf en eene bloem. Omtrent Iris, raadplege men voorts de artikelen Asteroïden, Oog en Zwaardleliën.

< >