Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Leiningen

betekenis & definitie

Leiningen, de naam van een der oudste en aanzienlijkste geslachten van Duitschland, stierf in 1220 reeds uit in de mannelijke lijn. De erfdochter, Lukardis genoemd, huwde met graaf Simon van Saanbrück, wiens jongste zoon, Friedrich von Hardenborg, de goederen van het geslacht Leiningen verkreeg. Zijn zoon Simon ontving in 1328 het graafschap Dachsburg in de Vogesen in leen. De graven Friedrich V en Joffried von Leiningen verdeelden in 1317 hunne goederen en werden de stichters van 2 hoofdlijnen.

Eerstgenoemde trad in het huwelijk met Marie de Blois, weduwe van hertog Rudolf van Lotharingen en kleindochter van koning Philippus van Frankrijk. Ten tijde van zijn achterkleinzoon werd het landgraafschap Leiningen in een vorstelijk graafschap herschapen, terwijl deze lijn uitstierf in 1467 met graaf Hesso, waarop de zuster van dezen, weduwe van graaf Reinhard von Westerburg, zich van het grootste deel der goederen haars broeders meester maakte en de stichtster werd van het Huis Leiningen-Westerburg. — De lijn van Joffried verkreeg uit Hesso’s nalatenschap het graafschap Dachsburg en noemde zich Leiningen-Dachsburg. De beide zonen van graaf Emich IX verdeelden de vaderlijke goederen en werden stamvaders der lijnen Leiningen-Hardenburg-Dachsburg en Leiningen-Dachsburg-Heidesheim-Falkenburg. De eerste Iijn werd in 1779 tot den rijksvorstenstand verheven, maar zij moest bij den Vrede van Luneville een aanzienlijk deel harer bezittingen, 12 □ geogr. mijl groot, tegen andere afstaan, die, 25 □ geogr. mijl groot, tot een vorstendom werden verheven. Dit vorstendom Leiningen kwam echter in 1806 onder het oppergezag van Baden, en in 1810 viel daarvan eene uitgebreidheid van 6 □ geogr. mijl aan Beijeren ten deel, en eene andere, hoewel minder groot, aan het groothertogdom Hessen. Het hoofd van dit geslacht is Ernst Leopold Victor Karl August Joseph Ernil, prins von Leiningen, geboren den 9den November 1830, erfelijk lid van den rijksraad in Beijeren. Hij is de zoon van prins Karl von Leiningen (geboren 12 September 1804, ✝ 13 November 1856), die zijn vader, prins Emich Karl, den 4den September 1814 onder voogdij van zijne moeder Victoria, geboren prinses van Saksen-Coburg, opvolgde. Laatstgenoemde trad later in het huwelijk met den hertog van Kent en werd de moeder van koningin Victoria.

Prins Karl toefde bij afwisseling te München en te Londen en was veel op reis. Ook bekleedde hij van 9 Augustus tot 5 September 1848 de betrekking van voorzitter van het rijksministérie. — De lijn Leiningen-Dachsburg-Heidesheim-Falkenburg splitste zich in 1658 in de lijnen Heidesheim, Dachsburg en Gunterblum. De eerste stierf uit in de mannelijke Iijn in 1766, de tweede in 1709, de derde in 1774, doch deze bloeit nog in eene zijlijn, het Huis der graven von Leiningen vormend. Deze behooren tot 2 lijnen, Leiningen-Bïlligheim en Leiningen-Neudenau. Het hoofd der eerste is graaf Karl Wenceslaus, geboren den 7den Maart 1823, en de tweede graaf Maximiliaan Oskar Theodor Friedrich August, geboren den 3den November 1853. Eindelijk heeft men nog de lijnen Oud-Leiningen-Westerburg en Nieuw-Leiningen-Westerburg. Aan het hoofd der eerste bevindt zich graaf Friedrich Wiprecht Franz, geboren den 20sten December 1852, en aan het hoofd der tweede graaf Wilhelm, geboren den 16den Februarij 1824. Een broeder van den voorlaatste, graaf Karl, geboren den 11den April 1819, is wegens zijn deelneming aan den opstand in Hongarije den 10den October 1849 te Pesth ter dood gebragt.

< >