Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Leinster

betekenis & definitie

Leinster, de zuidoostelijke provincie van Ierland, grenst in het noorden aan Ulster, in het westen aan Connaught en Munster, in het zuiden aan het George-kanaal en in het oosten aan de Iersche Zee. De kust is er minder van inhammen voorzien dan in het overig gedeelte van het eiland. De belangrijkste baaijen zijn die van Dundalk en Dublin, alsmede de havenbaaijen van Wexford en Waterford. Het oostelijk gedeelte is bergachtig, vooral in het graafschap Wicklow, ten zuiden van Dublin, waar zich de Lugnaquilla verheft ter hoogte van 900 Ned. el, alsmede het westelijk en zuidelijk gedeelte, alwaar men den Mount-Leinster aantreft, die 800 Ned. el hoog is.

Daarentegen heeft men in het noorden en in het binnenland onafzienbare vlakten, zoowel met bouw- en weilanden als met veengronden en moerassen bedekt. De meeste meren vindt men in het noordwesten, zooals die van Deraveragh, Owel, Ennel en Ree. De belangrijkste rivieren zijn er de Shannon met de Inny en Brosna, de Slaney en de Barrow in het zuiden, en de Ovoca, de Liffey en de Boyne in het oosten. Daarenboven wordt er het verkeer bevorderd door het Koningskanaal en het Groote kanaal, welke de Shannon met Dublin verbinden, en door onderscheidene spoorwegen. Men telt er op 358 □ geogr. mijl omstreeks 1½ millioen inwoners; de provincie is in 12 graafschappen verdeeld en heeft Dublin tot hoofdstad.