Lecanora Ach. of Schurftmos is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Korstmossen. Het onderscheidt zich door korstachtig, schier kraakbeenachtig, vliezig loof en schotel vormige, duidelijk gerande schildjes. Van de talrijke soorten noemen wij L. tartarea en L. parella, die beide tot het bereiden van verfstof gebezigd worden (zie Lakmoes en Orseille), — voorts L. esculenta Pall., welke men aantreft in de onherbergzaamste gedeelten der Kirghisensteppe, aan den Altai, in de Krim, in Anatolië, in de woestijn van Damascus, in de Sahara enz. Deze soort was reeds bij de Ouden bekend en draagt bij de Kirghisen den naam van aardbrood, terwijl de Bedouïenen haar verzamelen tot voedsel voor het vee.
De smaak van deze plant is niet onaangenaam; zij bevat vele voedende bestanddeelen, gelijkt op kleine tarwekorrels, is witachtig van kleur, wordt bij het indroogen bruin, maar blijft van binnen wit en meelig. Daar zij los op den grond ligt, wordt zij wel eens door den wind opgenomen en naar afgelegen plaatsen gevoerd, waar zij dan in het gebrek aan levenmiddelen voorziet. Zij draagt om die reden ook wel eens den naam van hemelsbrood, en velen zijn van meening, dat zij het manna is, waarvan in den bijbel wordt gewag gemaakt. De Arabieren bakken van dit gewas, vermengd met gerstemeel, een zeer voedzaam en smakelijk brood.
In de gewassen van de geslachten Lecanora en Variolaria, in Evernia Prunastri en Rocella tinctoria vindt men het Lecanorazuur. Men verkrijgt het, wanneer men deze mossen laat trekken in wijngeest met ammoniak, het filtraat met verdund azijnzuur doet neêrsiaan en den neêrslag uit alkohol omkristalliseert. Het lecanorazuur lost niet best op in water, vooral niet in koud water, doch gemakkelijker in warmen wijngeest, alsmede in aether en azijnzuur. Eene oplossing in ammoniak wordt in de opene lucht purperrood. Bij drooge destillatie verkrijgt men eene aethérische olie en orcine, en bij het koken met barytwater ontstaat eerst orsellinezuur baryt en daarna orcine. Dit laatste wordt ook door geconcentreerd zwavelzuur gevormd. Salpeterzuur doet zuringzuur ontstaan, en chloorkalk kleurt het lecanorazuur eerst rood en daarna geel. De opgeloste zouten van lecanorazuur kan men ontleden tot orsellinezuur zout en daarna tot orcine.